Inhoudsopgave
Advertenties
van de veerinstelling en dem-
ping (geadviseerde onderstel-
instelling)
RIJMODUS
Selectie
Om de motorfiets aan de rij-
baantoestand en aan de ge-
wenste rijbeleving aan te pas-
sen, kan uit de volgende rij-
modi worden gekozen:
RAIN
ROAD
DYNAMIC
Voor elk van deze rijmodi is
een afgestemde instelling voor
de systemen DTC, motorsleep-
momentregeling en voor de
gasrespons aanwezig.
Dynamic ESA kan onafhankelijk
van de gekozen rijmodus wor-
den ingesteld.
De DTC kan in elke rijmodus
worden uitgeschakeld. De vol-
gende verklaringen hebben al-
tijd betrekking op de ingescha-
kelde rijdynamieksystemen.
Reactie op het gaspedaal
In de rijmodus RAIN: Geleide-
lijke reactie op het gaspedaal.
In de rijmodus ROAD: Opti-
male reactie op het gaspe-
daal.
In de rijmodus DYNAMIC: Di-
recte reactie op het gaspe-
daal.
Tractiecontrole DTC
In de rijmodus RAIN: Maxi-
male stabiliteit op een natte
rijbaan. Op een droge rij-
baan is de acceleratie mo-
gelijk minder goed.
In de rijmodus ROAD: Hoge
stabiliteit op droge rijbaan.
De ingreep van de DTC volgt
later dan in de rijmodus RAIN.
Een doordraaiend achterwiel
wordt indien mogelijk altijd
vermeden.
In de rijmodi RAIN en ROAD
wordt voorkomen dat het
voorwiel loskomt van de
grond.
In de rijmodus DYNAMIC
volgt de ingreep van de DTC
later dan in de rijmodi RAIN
en ROAD. Hoge prestaties op
droge rijbaan. Bij een slecht
wegdek kan er geen optimale
stabiliteit worden gegaran-
deerd.
Omschakelen
Rijmodi kunnen gewijzigd wor-
den als de motorfiets stilstaat
en het contact ingeschakeld is.
Onder de volgende voorwaar-
den is een wijziging ook tijdens
het rijden mogelijk:
177
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
