4 Bediening
4.8
Opties
Overzicht
Elke toepassing biedt verschillende opties. Uw toestel beschikt over de volgende
«opties»:
Voorverwarmen (zie pagina 25)
Kerntemperatuur (zie pagina 23)
Bevochtigen (zie pagina 38)
Instellen voor later (zie pagina 25)
Automatische deuropening (zie pagina 26) (afhankelijk van het model)
Opties selecteren en starten
▸ Een toepassing in de gewenste toepassingsgroep op het display selecteren en indien
nodig met «OK» bevestigen (zie pagina 19).
– Op het display verschijnt de weergave van de startgereedheid.
▸
aantippen.
– Op het display verschijnt het menu met opties:
Voorverwarmen
Kerntemperatuur
Instellen voor later
▸ Gewenste optie aantippen.
▸ In het rechter bereik van het display de optie met de schakelaar inschakelen of het
waardebereik aantippen en de gewenste waarde met de CircleSlider instellen.
– Elke gedefinieerde optie wordt voorzien van een
▸ De instelling met «OK» bevestigen.
– Er kunnen ook meerdere instellingen met «OK» worden bevestigd.
– Op het display verschijnt de weergave van de startgereedheid.
▸ Op «Start» drukken om de toepassing te starten.
De optie «kerntemperatuur» kan direct in de weergave van de startgereedheid wor-
den ingesteld. Als de kernthermometer erin is gestoken.
4.9
Instellingen controleren en wijzigen
Waarden en instellingen kunnen vóór en tijdens bedrijf worden gewijzigd. Een uitzonde-
ring is het instellen van het einde
men (zie pagina 25).
Bij de Sabbat-toepassingen kan alleen de tijdsduur worden ingesteld. Tijdens be-
drijf kunnen geen waarden en instellingen worden gewijzigd.
▸ Veld van de gewenste instelling aantippen.
24
OK
tijdens bedrijf (zie pagina 32) en het voorverwar-
Kerntemperatuur
57°C
De kernthermometer is nodig.
Als u een kerntemperatuur
instelt, wordt het proces bij het
bereiken van de gewenste
kerntemperatuur beëindigd.
.