Bedieningsinstructies
Instructies voor gebruik
Een stoomketelinstallatie mag pas in
bedrijf worden genomen als voor het
plaatsen van de installatie toestemming
is verkregen van de verantwoordelijke
instantie en de verantwoordelijke des-
kundige de installatie heeft gekeurd.
Stoomketels mogen uitsluitend door een
deskundige worden gebruikt, gecontro-
leerd en onderhouden.
Bij gepaste uitrusting van de ketel kan de
werking zonder voortdurend toezicht op
aanvraag door de erkende keuringsin-
stantie worden toegestaan.
De eerste inbedrijfstelling moet worden
uitgevoerd door de Viessmann Industrie-
service, de installateur van de installatie
of een door hem aangewezen vakman
evenals de verantwoordelijke deskun-
dige.
Binnen vier weken na de eerste inbe-
drijfstelling van de stookinstallatie is de
gebruiker verplicht deze aan te geven.
8
De instelwaarden moeten in een meet-
protocol worden genoteerd en bevestigd
door de installateur van de installatie, de
deskundige en de gebruiker van de
installatie.
Wij adviseren de ketel zonder onderbre-
king met de benodigde werkdruk te
gebruiken. Ook als langere tijd geen
warmteafname plaatsvindt, is handha-
ving van de druk voor de ketel gunstig.
Bij een installatie die uit meerdere ketels
bestaat en waarvan er één permanent
als reserveketel is bedoeld, moet een
bedrijfsomschakeling slechts over een
langere periode, bijv. naar aanleiding
van de jaarlijks vereiste revisie van de
gehele installatie, plaatsvinden.