Veiligheidstechnische aanwijzingen
Bij schade mag u voorafgaand aan het
onderzoek de ontstane toestand niet
veranderen, behalve om personen te
redden of verdere schade te vermijden.
Zorg ervoor dat onbevoegden het ketel-
huis niet kunnen binnengaan. Houd het
ketelhuis altijd schoon, goed geventi-
leerd en vrij van alle voorwerpen die daar
niet horen te zijn en het bedrijf hinderen.
Geen van de installatiedelen mag u
gebruiken als droogplaats.
Tijdens het gebruik moet u de voorge-
schreven uitgangen onafgesloten en vrij
houden. Het bedieningspersoneel moet
een logboek bijhouden over alle gebeur-
tenissen, zoals storingen, nieuwe instel-
lingen, verbruik van onderdelen en repa-
raties. Houd een verslag bij over regel-
matig te verrichten aflezingen van de
bedrijfsinstrumenten.
Opvallende verschijnselen aan lasna-
den, ondichte of in andere vorm bescha-
digde plekken, sterke roestvorming,
abnormaal gedrag van bedrijfsinstru-
menten en installatiedelen en ongewone
geluiden in de ketel moet u onmiddellijk
melden. Fouten en gebreken aan de
installatie, die niet vakkundig kunnen
worden verholpen, moet u aan de fabri-
kant melden. Bescherm alle keteldelen
en regelinrichtingen tegen regen, lekwa-
ter en vrijkomende stoom. Opgetreden
schade door lekkage moet u onmiddellijk
verhelpen.
Geldigheid hebben - buiten de geldende
wettelijke voorschriften - de door ons
technische personeel aan het bedie-
ningspersoneel verstrekte praktische
aanwijzingen.
Veiligheidsvoorschriften
(vervolg)
Het is onmogelijk om alle in aanmerking
komende gevallen van verschijnselen en
mogelijke storingen preventief te onder-
zoeken en te beschrijven. Daarom moet
u de aangegeven richtlijnen na een rede-
lijke bedrijfsduur aan de hand van de tot
dan toe opgedane ervaring aanvullen.
5