De fiets-ID verwisselen (b0, b1 of b2)
Tips during the exercise
Start met de Meetfunctie op het display. Houd scroll down ingedrukt tot Bike 1 of 2 of
Bike off wordt weergegeven. U kunt de training nu beginnen met de gekozen
instellingen. Zie de paragrafen "Starten van de registratie van de fietsgegevens" en "De
weergegeven trainingsgegevens verwisselen" voor meer informatie over fietsmeting.
De afstandsmeter opnieuw instellen
Start met de Meetfunctie of Registratiefunctie op het display. Druk op scroll up tot de
aanduiding Trip wordt weergegeven. Houd de signal/light-knop ingedrukt tot de
waarde voor trip op nul staat en laat de knop dan los.
Teruggaan naar de handmatig ingestelde hoogte
Start met de Meetfunctie op het display. Druk op scroll down tot de aanduiding altitude
in de middelste rij wordt weergegeven. Houd de signal/light-knop ingedrukt tot de
eerder handmatig ingestelde hoogte wordt weergegeven.
Als de waarde van het handmatig ingestelde referentiepunt voor de hoogte meer dan
ongeveer ±610 m/ ±2000 voet afwijkt van de hoogte die door ontvanger is berekend,
wordt de aanduiding Failed en de gemeten hoogte weergegeven. Stel het
referentiepunt voor de hoogte in met de Options-functie. Terwijl u begint met het
aanpassen van de referentiehoogte, adviseert de ontvanger de gemeten hoogte in
plaats van de eerder ingestelde hoogte.
Opnieuw starten van de interval- of herstelberekening
Onderbreek de interval- of herstelberekening door op de stop-knop te drukken.
Reset de berekening door scroll down ingedrukt te houden. Om dezelfde berekening
opnieuw te starten, druk op OK. Om de intervaltraining te resetten,
zie ook "De stopwatch resetten naar nul".
C 64
Onderbreken van de interval- of herstelberekening
Houd OK ingedrukt tijdens de intervaltraining om de berekening te onderbreken.
Het volgende deel begint automatisch. Bijvoorbeeld: Als u een interval onderbreekt,
start de herstelberekening (indien aan [=On]) automatisch.
Onderbreken van een fase of een intervaltraining
Druk op de stop-knop om de fase te onderbreken. Houd OK ingedrukt. De volgende
fase begint automatisch.
Heart touch-functie
De Heart touch-functie word geactiveerd wanneer u de ontvanger in de buurt van het
Polar-logo op de borstband houdt.
De Polar Precision Performance software biedt drie alternatieven voor de Heart
touchfunctie:
•
Het controleren van de huidige hartslaglimieten
•
Het kiezen tussen displayopties
•
Het opslaan van de rondetijd
Gedurende de Heart touch wordt het display een aantal seconden verlicht (als u de
verlichting al hebt gebruikt tijdens de training).
C 65