Inschakelen/uitschakelen
► Druk op de toets (2) om de snelheidsbegrenzer
in te schakelen.
OFF verdwijnt van het display en er wordt een
melding weergegeven waarin de inschakeling wordt
bevestigd.
Wanneer u nog een keer op de toets drukt, wordt
OFF opnieuw weergegeven en wordt er een melding
weergegeven om het uitschakelen te bevestigen.
De ingestelde snelheid
overschrijden
► Trap het gaspedaal helemaal in om de
geprogrammeerde snelheidslimiet te overschrijden.
De snelheidsbegrenzer wordt tijdelijk uitgeschakeld
en de ingestelde snelheid knippert.
Laat het voertuig langzamer rijden tot een snelheid
lager dan de ingestelde snelheid om de begrenzer
weer in te schakelen.
Bij een steile afdaling of bij het krachtig
intrappen van het gaspedaal kan de
snelheidsbegrenzer niet voorkomen dat de
ingestelde snelheid wordt overschreden.
Uitschakelen van de functie
► Zet de ring in de middelste stand (O) of zet het
contact af om het systeem te stoppen.
De laatst ingestelde snelheid blijft in het geheugen
opgeslagen.
Storing
De ingestelde snelheid wordt gewist en er worden
streepjes weergegeven.
Laat het systeem controleren door een PEUGEOT-
dealer of gekwalificeerde werkplaats.
Permanente
snelheidsbegrenzer
Wanneer voorzien op uw voertuig kan de snelheid
worden begrensd tot een vaste instelling.
Een sticker in het interieur geeft de
maximumsnelheid aan.
De permanente snelheidsbegrenzer is geen functie
van het type snelheidsregelaar. Deze functie kan
tijdens een rit niet door de bestuurder worden in- of
uitgeschakeld.
De maximumsnelheid is in eerste instantie
ingesteld volgens de voorschriften van het
land waar het voertuig is verkocht.
De bestuurder kan de maximumsnelheid niet
aanpassen.
Als u de maximumsnelheid wilt aanpassen, neem
contact op met een PEUGEOT-dealer.
Snelheidsregelaar -
Specifieke adviezen
De snelheidsregelaar garandeert niet dat de
wettelijke maximumsnelheid wordt
nageleefd en dat een veilige afstand tussen
voertuigen wordt aangehouden. De bestuurder
blijft verantwoordelijk voor zijn/haar rijgedrag.
Gebruik voor ieders veiligheid de
snelheidsregelaar alleen als de verkeerssituatie
het toelaat dat met een constante snelheid
gereden kan worden en dat een veilige afstand
kan worden bewaard.
Blijf alert wanneer de snelheidsregelaar is
ingeschakeld.Wanneer u een van de toetsen
voor het wijzigen van de ingestelde snelheid
ingedrukt houdt, kan de rijsnelheid plotseling
veranderen.
Rijden
6
87