Rijden
overschreden. Houd u aan de maximaal toelaatbare
belasting zoals die door het PEUGEOT-netwerk is
gespecificeerd.
De lading moet stevig zijn vastgezet.
Niet goed vastgezette lading in de auto kan de
wegligging negatief beïnvloeden en vergroot zo de
kans op een ongeval.
Als uw auto is voorzien van een laadbak, zorg er
dan voor dat de lading niet hoger of breder is dan
de auto zelf.
Rijd voorzichtig en efficiënt
Neem bochten met lage snelheid.
Houd rekening met een langere remweg, met name
op nat of glad wegdek.
Wees bedacht op zijwind.
Met effectief milieuvriendelijk rijden kunt u energie
besparen; trek rustig op, anticipeer op situaties
waarin u moet afremmen en pas uw snelheid aan de
omstandigheden aan.
Geef ruim van te voren richting aan zodat andere
weggebruikers hierop kunnen anticiperen.
Ga zorgvuldig om met de auto
De banden moeten minimaal de op de sticker
aangegeven spanning hebben; op lange ritten is het
raadzaam de bandenspanning met 0,2 - 0,3 bar te
verhogen.
72
Rijden op een overstroomde
weg
Probeer het rijden over overstroomde wegen zo veel
mogelijk te vermijden, want het water kan de motor,
de versnellingsbak en het elektrische systeem van
uw voertuig ernstig beschadigen.
Wanneer u genoodzaakt bent om over een
overstroomd weggedeelte te rijden:
► Controleer of het water nergens meer dan 15 cm
diep is en houd daarbij rekening met de golven die
kunnen worden veroorzaakt door andere gebruikers.
► Schakel de functie Stop & Start uit.
► Rijd zo langzaam mogelijk zonder de motor
te laten afslaan. Rijd in elk geval niet sneller dan
10 km/h.
► Zet het voertuig niet stil en zet de motor niet af.
Als u het overstroomde weggedeelte achter u hebt
gelaten, rem dan meerdere keren licht af zodra de
verkeerssituatie dat toelaat om de remschijven en
remblokken te drogen.
Als u twijfels hebt over de staat van uw voertuig,
neem dan contact op met een PEUGEOT-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats.
Geluid (elektrisch)
Buiten
De auto maakt onder het rijden bijna geen geluid;
daarom moet de bestuurder extra goed opletten.
Bij het manoeuvreren moet de bestuurder altijd de
directe omgeving van het voertuig controleren.
Bij snelheden tot 40 km/h waarschuwt het
geluidssignaal voor voetgangers andere
weggebruikers dat uw voertuig eraan komt.
Koelen van de tractiebatterij
De ventilator gaat tijdens het laden aan om
de geïntegreerde lader te koelen.
Binnen
Onder het rijden kunt u bepaalde geluiden horen die
bij een elektrische auto horen. Deze geluiden zijn
bijvoorbeeld:
– Het relais van de tractiebatterij bij het starten.
– De vacuümpomp bij het remmen.
– Afrolgeluiden van de banden of windgeruis tijdens
het rijden.
– Schokkende en kloppende geluiden bij het
wegrijden op een helling.
Trekken van een aanhanger
Wanneer de auto met een aanhanger rijdt,
wordt de auto zwaarder belast en moet u
extra voorzichtig zijn.