Veiligheid
grip verliezen groter. Het is voor uw veiligheid dus
van het grootste belang dat de systemen altijd
ingeschakeld zijn, zeker als de omstandigheden
gevaarlijker worden.
De goede werking van deze systemen wordt
verzekerd door de naleving van de voorschriften
van de fabrikant met betrekking tot de wielen
(banden en velgen), onderdelen van het
remsysteem, elektronische onderdelen alsmede
van de montageprocedures die door het
PEUGEOT-netwerk worden toegepast.
Voor een doeltreffende werking van deze
systemen onder winterse omstandigheden
is het noodzakelijk de auto te voorzien van
winterbanden voor en achter die ervoor zorgen
dat de wegligging zo neutraal mogelijk is.
Intelligent Traction Control
Systeem dat zorgt voor extra tractie in situaties met
weinig grip (sneeuw, ijzel, modder...).
Dit systeem signaleert situaties met weinig grip en
zorgt ervoor dat u onder deze omstandigheden kunt
wegrijden en kunt blijven rijden.
In dergelijke omstandigheden neemt de Intelligent
Traction Control het over van het ASR-systeem
door de aandrijfkracht over te brengen op het wiel
met de meeste grip, waardoor de tractie en de
bestuurbaarheid optimaal zijn.
Inschakelen / uitschakelen
Wanneer u het voertuig start, wordt dit systeem
uitgeschakeld.
60
► Druk op deze toets om het systeem in of uit te
schakelen.
Wanneer het controlelampje in de toets gaat
branden, wordt het systeem geactiveerd.
Dit systeem is actief tot ongeveer 30 km/h.
Bij snelheden hoger dan ongeveer 19 km/h wordt
het systeem automatisch uitgeschakeld, maar blijft
het controlelampje in de toets branden.
Het systeem wordt automatisch weer ingeschakeld
zodra de rijsnelheid weer lager dan ongeveer 19
km/h wordt.
Storing
Bij een storing in het Intelligent Traction
Control-systeem gaat dit
waarschuwingslampje branden.
Laat het systeem door een PEUGEOT-dealer of
door een gekwalificeerde werkplaats controleren.
Load Adaptive Control
Het werkelijke totaalgewicht van een bedrijfsauto
is sterk afhankelijk van de mate van belading. De
plaats van het zwaartepunt kan dus veranderen in
lengterichting, maar ook in verticale richting.
Elke verandering heeft invloed op het remmen, de
tractie, het bochtgedrag en de neiging tot omslaan.
De Load Adaptive Control berekent het werkelijke
totaalgewicht door het gedrag van de auto tijdens
het accelereren en remmen te analyseren.
Dit systeem past vervolgens de werking van het
CDS- en het ASR-systeem aan de gewichtsverdeling
van de auto aan. In noodsituaties blijft de auto zo
beter de opgelegde koers volgen.
Hill Assist Descent Control
Systeem voor ondersteuning bij hellingen omlaag op
wegen met weinig grip (zoals modder en grind) of op
steile hellingen.
Dit systeem beperkt de kans dat het voertuig slipt of
de bestuurder de controle over het voertuig verliest
terwijl het omlaag rijdt.
Het zorgt dat het voertuig tijdens de afdeling met
een constante snelheid rijdt door onafhankelijk de
remmen te bedienen.
Inschakelen/uitschakelen
Wanneer u het voertuig start, wordt het systeem
uitgeschakeld.