De achteruitversnelling
inschakelen
► Til de ring onder de knop omhoog om de
achteruitversnelling in te schakelen.
Schakel deze pas in als het voertuig volledig
tot stilstand is gekomen.
Dit moet langzaam worden gedaan om
te voorkomen dat het inschakelen van de
achteruitversnelling veel geluid maakt.
Wanneer het voertuig is uitgerust met een
parkeerhulpfunctie, dan wordt de functie
geactiveerd als de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld; u hoort dan een geluidssignaal.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de parkeerhulp.
Selectiehendel (elektrisch)
De selectiehendel (elektrisch) wordt gebruikt om
het vooruit en achteruit rijden van het voertuig te
regelen.
Met drie toetsen met achtergrondverlichting kan de
rijmodus worden geselecteerd:
D. Drive (rijden) (automatische versnelling vooruit)
Gaat groen branden.
N. Neutraal
Gaat wit branden.
Voor het parkeren van het voertuig of
overschakelen op vrijloop.
R. Achteruitversnelling
Gaat rood branden.
Display in de
achteruitkijkspiegel
De status van de selectiehendel (elektrisch)
wordt op het display in de achteruitkijkspiegel
weergegeven:
D : Drive (rijden) (automatische versnelling vooruit)
N : Neutraalstand
R : Achteruitversnelling
Werking
Wanneer het contact wordt aangezet, staat de
selectiehendel (elektrisch) altijd in stand N.
► Druk met uw voet op het rempedaal op de
vereiste toets om een andere modus in te stellen.
De toets gaat in de bijbehorende kleur branden.
Wanneer de modus wordt gewijzigd, is er een kort
geluidssignaal hoorbaar.
U kunt schakelen van D naar R zonder via N te
gaan.
Kies pas een andere modus wanneer het
voertuig volledig stilstaat.
Als het bestuurdersportier is geopend in
modus D of R geselecteerd, dan schakel de
selectiehendel (elektrisch) automatisch naar de
modus N. De melding "DRIVE ACTIVE" wordt
weergegeven op de achteruitkijkspiegel, samen
met een geluidssignaal.
Rijden
6
77