Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Bij twijfel
Versneld opladen: blijf niet in of in de buurt
van het voertuig, of in de buurt van de laadkabel
of de lader, zelfs niet voor korte tijd.
Snelladen: gebruik het systeem niet zelf en komt
niet in de buurt van openbare snelladers. Verlaat
het gebied en vraag iemand anders om het
voertuig op te laden.
Voorafgaand aan het laden
Versneld opladen
Afhankelijk van de situatie:
► Laat een elektricien controleren of de
elektrische installatie voldoet aan de geldende
normen en geschikt is voor het opladen van de
auto.
► Laat een snellader, geschikt voor het
betreffende voertuig, door een professionele
installateur installeren.
Gebruik bij voorkeur de kabel die bij het voertuig
of als accessoire is geleverd.
Neem voor meer informatie contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Snelladen
Controleer of de openbare snellader en de
laadkabel geschikt zijn voor uw voertuig.
Tijdens het laden
Voer nooit werkzaamheden uit onder de
motorkap:
– Sommige gebieden blijven zeer heet, tot zelfs
één uur nadat het laden is beëindigd - kans op
brandwonden!
– De ventilator kan op elk moment inschakelen -
kans op snijwonden of verstikking!
De prestaties van de tractiebatterij zijn
afhankelijk van de buitentemperatuur en de
temperatuur in de tractiebatterij zelf.
Tijdens het opladen moet de buitentemperatuur
bij voorkeur tussen 0 °C en 45 °C liggen.
Laden is niet mogelijk als de temperatuur in de
tractiebatterij lager dan -5 °C of hoger dan 55 °C
is. De laadtijd kan langer zijn als de temperatuur
lager dan 0 °C is.
Bij lage temperaturen moet u het voertuig na het
afzetten van het contact onmiddellijk aansluiten.
Bij grote schommelingen in de inkomende
stroomtoevoer kan het laadproces worden
gestopt.
► Koppel de laadkabel los en wacht totdat het
stroomniveau weer normaal is.
Na het laden
Controleer of de laadklep is gesloten.
Praktische informatie

Aansluiten

► Zet het contact af.
► Open de laadklep, verwijder de beschermkappen
en controleer of er geen vuil aanwezig is op de
laadaansluiting.
Versneld opladen, Mode 3
► Sluit de laadkabel aan op de laadeenheid (waar
van toepassing).
► Verwijder de beschermkap van de laadstekker.
► Steek de laadstekker in de laadaansluiting van
de auto.
Het controlelampje in de klep gaat branden om te
bevestigen dat de laadstekker is vergrendeld.
Wanneer het laden is begonnen, wordt de
melding "CHARGING" op het display in de
achteruitkijkspiegel weergegeven, samen met de
stroomsterkte van de stroom die de tractiebatterij
in gaat.
Als dat niet gebeurt, is het laden niet begonnen.
Voer de procedure opnieuw uit en controleer of alle
aansluitingen in orde zijn.
Snelladen, Mode 4
► Volg de gebruiksinstructies voor de openbare
snellader en selecteer een maximumvermogen van
50 kW.
7
105

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave