Praktische informatie
Op het dak gemonteerde
draagsystemen
Uit veiligheidsoverwegingen en om schade
aan het dak te voorkomen het is essentieel om
een draagsysteem (dakdragers of imperiaal) te
gebruiken dat is goedgekeurd voor uw voertuig.
Dakdragers kunnen alleen worden gemonteerd
op voertuigen in hoogte-uitvoering H1 of H2 van
bestelwagens, combi's en minibussen. Controleer bij
minibussen of er een airconditioningseenheid op het
dak is gemonteerd.
De draagvoorziening moet worden bevestigd aan de
verankeringspunten op het dak van het voertuig: 6, 8
of 10, afhankelijk van de wielbasis van het voertuig.
Houd u aan de montagevoorschriften en de
gebruiksvoorwaarden in de handleiding die bij de
draagvoorziening is meegeleverd.
De maximale belasting van het dak,
gelijkmatig verdeeld: 150 kg, voor alle
uitvoeringen, binnen de limieten van het
maximaal toelaatbaar voertuiggewicht (GVW).
110
Bij voertuigen in hoogte-uitvoering H3
mogen geen dakdraagsystemen worden
gebruikt.
Houd u strikt aan de geldende wettelijke
bepalingen met betrekking tot de maximale
inhoud.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de technische gegevens
van het voertuig, met name voor de afmetingen.
Onder de motorkap
Openen
Schakel omwille van uw veiligheid het Stop
& Start-systeem altijd uit alvorens
werkzaamheden onder de motorkap uit te voeren
om letsel als gevolg van het automatisch
inschakelen van de START-stand te voorkomen.
Elektromotor
Wees voorzichtig met voorwerpen of
kleding die in de bladen van de koelventilator of
in bepaalde bewegende componenten kunnen
komen - kans op verstikking en ernstig letsel!
Voordat er werkzaamheden onder de motorkap
worden uitgevoerd, moet u het contact
afzetten en de laadstekker loskoppelen uit de
laadaansluiting als deze is aangesloten.
Binnenzijde
De handeling mag alleen worden uitgevoerd terwijl
het voertuig stilstaat en het bestuurdersportier open
is.
► Trek de knop aan de zijkant van het dashboard
naar u toe.