10 minuten; de ID-signaalcode van de
bandendruksensor wordt automatisch
geregistreerd.
BELANGRIJK Als het voertuig binnen
15 minuten nadat de banden zijn
verwisseld, wordt bestuurd, dan
knippert het waarschuwingslampje
omdat de ID-signaalcode van de
sensor nog niet is geregistreerd. Als dit
gebeurt, parkeert u het voertuig
ongeveer 15 minuten waarna de
ID-signaalcode van de sensor wordt
geregistreerd als u 10 minuten hebt
gereden.
Banden en wielen vervangen
BELANGRIJK Laat banden of wielen of
beide vervangen/repareren bij een
dealer van het Fiat Servicenetwerk,
anders kunnen de
bandenspanningsensoren beschadigd
raken.
BELANGRIJK De wielen van uw
voertuig zijn specifiek ontworpen voor
de installatie van bandendruksensoren.
Gebruik alleen authentieke wielen
anders is het wellicht niet mogelijk de
bandenspanningsensoren te installeren.
Zorg ervoor dat er
bandenspanningsensoren worden
geïnstalleerd als uw banden of wielen
worden vervangen.
Als een band of wiel, of beiden, worden
vervangen, is installatie van de volgende
typen bandenspanningsensoren
mogelijk:
de bandenspanningsensor van het
oude wiel wordt verwijderd en op het
nieuwe wiel geïnstalleerd;
dezelfde bandenspanningsensor
wordt gebruikt voor hetzelfde wiel.
Alleen de band wordt vervangen;
een nieuwe bandenspanningsensor
wordt geïnstalleerd op het nieuwe wiel.
BELANGRIJK De ID-signaalcode van
de bandenspanningsensor moet
worden geregistreerd als er een nieuwe
bandenspanningsensor wordt gekocht.
Raadpleeg een dealer van het
Fiat-servicenetwerk voor de aankoop
van een bandenspanningsensor en de
registratie van de ID-signaalcode van
de bandenspanningsensor.
BELANGRIJK Als een eerder
verwijderde bandenspanningsensor
opnieuw wordt aangebracht op een
wiel, vervang dan de dichtingsring
(verzegeling tussen de klep/sensor en
het wiel) door de
bandenspanningsensor.
Initialisatie bewakingssysteem
bandenspanning
(versies met normale banden)
In de volgende gevallen moet een
systeeminitialisatie worden uitgevoerd
voor een goede werking van het
systeem:
de bandendruk is aangepast;
er is bandenrotatie uitgevoerd;
er is een band of wiel vervangen;
de accu is vervangen of leeg
gelopen;
het TPMS-waarschuwingslampje
brandt.
Initialisatiemethode
Ga als volgt te werk:
parkeer de auto op een veilige plek
en schakel de parkeerrem goed in;
laat de banden afkoelen en stel de
bandendruk van de vier (4) banden in
op de druk die staat aangegeven op
het bandendruklabel in het frame van
het portier aan bestuurderskant (deur
open);
schakel het contact in (AAN);
terwijl het voertuig is geparkeerd,
houdt u de TPMS-schakelaar
fig. 59 ingedrukt en controleert u of het
TPMS-waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel tweemaal knippert
en of een pieptoon eenmaal hoorbaar
is.
79