Visueel de toestand controleren van: buitenzijde
van carrosserie, bodemplaatbescherming,
slangen en leidingen (uitlaat, brandstof- en
remsysteem), rubber elementen (hoezen,
slangen, bussen enz.) en zichtbare
bevestigingsmiddelen
Visueel de conditie van de stuurelementen
inspecteren en de werking ervan controleren
Speling wiellagers en verbindingen voor en
achter controleren
Stand en conditie van wisrubbers van
ruitenwissers controleren
Werking van het ruitenwisser/-sproeiersysteem
controleren en zo nodig de sproeiers afstellen
Slot van motorkap en achterklep op
aanwezigheid van vuil controleren, schoonmaken
en mechanismen smeren
Slag van handrem controleren en zo nodig
afstellen
Conditie en slijtage remblokken van
schijfremmen voor/achter visueel controleren en
de integriteit van de remblokslijtagesensoren
controleren
168
km x 1000
Jaren
15
30
45
60
1
2
3
4
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
75
90
105
120
5
6
7
8
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
135
150
9
10
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●