5. De waaierspeling (speelruimte tussen zuigdeksel en waaier) zou nu 0,5 ± 0,1 mm moeten bedragen
Controleer de speelruimte rondom in stappen van 60° door de waaier te draaien en met gebruik van een
voelermaat.
6. Draai de borgbouten aan: het vereiste draaimoment bedraagt 50 ± 5 Nm. Waaierspeling (1) is ingesteld.
Controleer de grootte van de speelruimte opnieuw om te controleren dat de instelling niet is veranderd bij het
aandraaien van de schroeven.
Spelingsgaten
Pos.
1
2
1
Beschrijving
De spleetwijdte tussen de waaier en het zuigdeksel moet 0,5 ± 0,1 mm
bedragen.
Indirecte speelruimte voor controlemeting
2
55