6.7 Thermische schakelaars
Drie bimetalen thermische schakelaars zijn ingebouwd in de statorwikkelingen. Bij overtemperatuur (150 °C)
gaat een contact open. De motorisolatie heeft de klasse H (180 °C).
De voedingsspanning naar de thermische schakelaars moet 12-24V DC zijn.
De thermische schakelaars zijn aangesloten op de stuurstroomkabel en moeten worden aangesloten op het
veiligheidscircuit van de afzonderlijke pompregelaar.
Gebruik een multimeter om te controleren of de circuitweerstand het maximum van 1.5 Ω niet overschrijdt
(inclusief 3 × PTO en stuurstroomkabel) bij 20 °C.
De motorbeveiliging van de pompregelaar moet een circuit bevatten dat de voedingsspanning
automatisch uitschakelt wanneer het stuurstroomcircuit voor de pomp wordt geopend.
Als de thermische schakelaars of de vochtdetectieschakelaars niet werken, installeer dan een
automatische stroomonderbreker.
6.8 Vochtdetectieschakelaars en lekschakelaars
Eén vochtdetectieschakelaar en één lekschakelaar zijn in de pomp geïnstalleerd. De vochtdetectieschakelaar
bevindt zich in het bovendeksel en de lekschakelaar bevindt zich in de kamer boven de asafdichting.
Ex-uitvoering:
In een Ex-pomp zijn twee vochtdetectieschakelaars en een lekschakelaar geïnstalleerd. De
vochtdetectieschakelaars bevinden zich in het bovendeksel en de lekschakelaar bevindt zich in de lekkamer. Zie
de bijlage.
Alle schakelaars in zowel niet-Ex als Ex-uitvoeringen zijn vast bedraad vanaf de pomp tot aan IO 113. Als er
vocht of een lekkage wordt geconstateerd, wordt de stroomkring onderbroken. Dit genereert zowel een
hardware- als softwarematig alarm in de IO 113, en het alarmrelais wordt geopend.
Vocht- en niveauschakelaars zijn motorbeveiligingsapparaten die de motor beschermen tegen vocht of lekken.
De vochtdetectieschakelaar is onomkeerbaar en moet worden vervangen nadat hij geactiveerd is. De
niveauschakelaar hoeft niet te worden vervangen nadat deze geactiveerd is.
De vochtdetectie- en niveauschakelaars zijn aangesloten op een afzonderlijke kring en met de
stuurstroomkabel.
6.9 Thermistors
Bij de standaard pompserie zijn thermische bimetaalschakelaars aangesloten, maar een pomp met aangesloten
PTC-thermistors is verkrijgbaar als een Factory Product Variant (FPV).
De thermistors kunnen in plaats van thermische schakelaars in de motorbeveiliging worden gebruikt voor het
bewaken van de statortemperatuur en moeten worden aangesloten op het thermistorrelais in de besturingskast.
De bedrijfsspanning van PTC-thermistors bedraagt 2,5 - 7,5 V.
Na de elektrische aansluiting gebruikt u een multimeter om het volgende te doen:
1. controleren dat de weerstand van het gehele circuit tussen de 250 en 750 Ω bedraagt.
2. controleren of de isolatie tussen het circuit en het statorhuis buiten het bereik valt.
3. vergelijkbare metingen uitvoeren aan het uiteinde van de voedingskabel.
6.9.1 Pt100 temperatuursensor
De Pt100 temperatuursensor is verkrijgbaar als accessoire of als FPV.
De Pt100 sensor wordt voornamelijk gebruikt voor de bewaking van de lagertemperatuur, maar kan ook in de
stator worden gebruikt.
Bij oververhitting geeft de Pt100-sensor een alarmsignaal af.
Het bewakingssysteem van de lagertemperatuur is alleen als optie verkrijgbaar (afhankelijk van
sensoruitvoering).
38