5.5 Uittrekkrachten voor ankerbouten
Voetstuk van de automatische
koppeling
DN 100
DN 150
DN 200
DN 250
DN 300
In de aangegeven uittrekkrachten is geen veiligheidsfactor opgenomen. De vereiste veiligheidsfactor
kan afhangen van de materialen en de gebruikte verankeringsmethode.
5.6 Minimaal vloeistofniveau
Laat de pomp niet drooglopen.
Installeer een extra niveauschakelaar om te garanderen dat de pomp wordt uitgeschakeld in het
geval dat de uitschakelniveauschakelaar niet werkt.
Het niveau van de verpompte vloeistof moet worden geregeld met niveauschakelaars die zijn
aangesloten op het regelcircuit van de motor.
Explosieveilige SL-pompen zonder koelmantel moeten altijd volledig worden ondergedompeld in de
verpompte vloeistof tot aan de bovenkant van de motor.
Het pomphuis van explosieveilige, dompelbare SE-pompen met koelmantel moet altijd volledig zijn
bedekt door de verpompte vloeistof.
Gedurende een korte periode kan de pomp worden gebruikt om het vloeistofniveau naar beneden te
pompen om de vlotterlaag te verwijderen. Voor explosieveilige pompen: laat de pomp niet dalen tot
onder de uitschakelniveaus zoals weergegeven in afb.
De pomp mag niet drooglopen.
Om een goede koeling van de motor te waarborgen, dient aan de volgende minimale eisen te worden voldaan:
•
Verticale opstelling op automatische koppeling:
-
SL-pomp: de pomp moet volledig zijn ondergedompeld in de verpompte vloeistof tot aan de bovenkant
van de motor. Zie niveau 1 in de onderstaande figuur.
-
SE-pomp: de pomp moet volledig zijn ondergedompeld in de verpompte vloeistof tot aan de onderzijde
van de motor. Zie niveau 2 in de onderstaande figuur.
20
Bouten
Uittrekkracht voor een enkele bout
[mm]
M16
M16
M24
M24
M24
[kN]
10
10
10
10
12