De weerstandswaarden voor de sensor zijn als volgt:
•
100 Ω at 0 °C (32 °F)
•
138,5 Ω at 100 °C (212 °F)
•
circa 107,8 Ω bij kamertemperatuur
De volgende temperatuurlimieten gelden:
•
90 °C (194 °F): waarschuwing voor lagertemperatuur
•
130 °C (266 °F): optionele waarschuwing voor hoge statortemperatuur bij gebruik PTC-sensor voor
bewaking
•
150 °C (302 °F): pompstop veroorzaakt door hoge temperatuur stator (stop door thermistor / themische
schakelaar).
In Ex-goedgekeurde pompen is de maximaal acceptabele temperatuur in de lagersensoren 100 °C
voor de onderste lager (aseinde) en 120 °C voor de bovenste lager.
De thermische beveiliging van explosieveilige pompen mag de pomp niet automatisch herstarten. Dit
waarborgt een beveiliging tegen te hoge temperaturen in omgevingen met mogelijk explosiegevaar.
Bij pompen met sensor kan dit worden gedaan door de kortsluiting tussen klemmen R1 en R2 in de
IO 113 te verwijderen.
Zie de elektrische gegevens in de installatie- en bedieningsinstructies voor de IO 113.
installeer de losse motorbeveiliging of schakelkast niet in omgevingen met mogelijk explosiegevaar.
6.10 IO 113 module
De IO 113 module is de interface tussen een pomp met analoge en digitale sensoren en de pompregelaar. De
belangrijkste sensorgegevens zijn weergegeven op het frontpaneel.
Er kan één pomp worden aangesloten op één IO 113.
Met de sensoren zorgt de IO 113 voor een galvanische scheiding tussen de motorspanning in de pomp en de
aangesloten regelaar.
De IO 113 maakt de volgende functies mogelijk:
•
beveiliging tegen te hoge temperatuur
•
het bewaken van de sensoren voor een analoge meting van:
-
motortemperatuur (met Pt100 in de wikkelingen geïnstalleerd)
-
pomptrillingen (met PVS3 trillingssensor
-
statorisolatieweerstand
-
lagertemperatuur (met Pt100 in de lagers geïnstalleerd)
-
vocht in motor
•
de pomp uitschakelen in geval van alarm
•
bewaking van de pomp via RS485-communicatie (Modbus of GENIbus).
Meting van isolatieweerstand
IO 113 meet de isolatieweerstand tussen een statorwikkeling en de aarde:
•
weerstand boven 10 MΩ = OK
•
weerstand tussen 10 MΩ en 1 MΩ = waarschuwing
•
weerstand onder 1 MΩ = alarm.
6.11 SM 113 module
De SM 113 module wordt gebruikt voor het verzamelen en overbrengen van sensorgegevens. De SM 113 werkt
met de IO 113 via powerline-communicatie met behulp van het Grundfos GENIbus-protocol.
De SM 113 verzamelt gegevens van de volgende apparaten:
•
2 stroomsensoren, 4-20 mA
39