fig. 59
PLAFONDVERLICHTING
ACHTER
Uitvoeringen zonder open dak
fig. 59
Druk op de volgende knoppen:
A: om de instapverlichting bestuur-
derszijde in/uit te schakelen;
B: om de instapverlichting passagiers-
zijde in/uit te schakelen;
Als de portieren worden gesloten, blijft
de verlichting enige seconden branden
en dooft vervolgens automatisch. De
verlichting dooft als de elektronische
sleutel in het startsysteem wordt ge-
plaatst.
80
A0E0094m
fig. 60
WAARSCHUWING Als een portier
per ongeluk geopend blijft, dooft de ver-
lichting automatisch na enige minuten.
Open een ander portier of sluit en open
hetzelfde portier om de verlichting op-
nieuw in te schakelen.
Uitvoeringen met open dak,
fig. 60
(voor bepaalde uitvoeringen/markten,
waar voorzien)
De uitvoeringen met open dak zijn voor-
zien van twee plafondlampjes achter bo-
ven de achterportieren.
Druk op het lampenglas A-fig. 60
om de verlichting in/uit te schakelen.
DORPELVERLICHTING
De verlichting in de portieren gaat bran-
den als het portier wordt geopend, on-
geacht de stand van de elektronische
sleutel. Als het portier gedurende onge-
veer 3 minuten geopend blijft, dooft de
verlichting automatisch.
A0E0037m