Download Print deze pagina

Alfa Romeo ALFA 159 2009 Instructieboekje pagina 164

Advertenties

SNEEUWKETTINGEN
Het gebruik van sneeuwkettingen is af-
hankelijk van de voorschriften van het
land waar wordt gereden.
De sneeuwkettingen mogen alleen op
de voorwielen gemonteerd worden
(aangedreven wielen).
Controleer na enkele tientallen meters
rijden of de kettingen nog goed ge-
spannen zijn.
Gebruik van dunne sneeuwkettingen:
gebruik voor de bandenmaten 205/55
R16" en 215/55 R16" uitsluitend
dunne sneeuwkettingen die maximaal
9 mm boven het profiel van de banden
uitsteken.
Het gebruik van sneeuwkettingen kan
ook verplicht zijn voor vierwielaange-
dreven auto's.
Ook bij de 3.2 JTS uit-
voeringen moeten de
kettingen op de VOOR-
WIELEN worden gemonteerd.
WAARSCHUWING Op het reserve-
wiel (voor bepaalde uitvoeringen/mark-
ten, waar voorzien) mag geen sneeuw-
ketting worden gemonteerd. Als een voor-
band (aangedreven wiel) lek is en met
sneeuwkettingen moet worden gereden,
dan moet een achterwiel op de plaats van
de lekke band worden gemonteerd (zorg
ervoor dat de voorgeschreven banden-
spanning zo goed mogelijk wordt bena-
derd) en het reservewiel op de plaats van
het achterwiel. Zo heeft u op de twee nor-
male aangedreven wielen waarop
sneeuwkettingen gemonteerd kunnen
worden, waardoor de auto is voorbereid
op een eventuele noodsituatie.
Bij bandenmaat 225/50
R17" kan uitsluitend
gebruik worden ge-
maakt van "spike spider"
sneeuwkettingen. Bij banden-
maat 235/45 R18" en 235/40
ZR19"kan geen gebruik wor-
den gemaakt van sneeuwket-
tingen omdat deze het spat-
scherm raken.
OPGELET
Houd bij gemonteerde
sneeuwkettingen een
matige snelheid aan;
rijd niet harder dan 40
km/h. Vermijd kuilen,
stoepranden en andere obsta-
kels en rijd om de auto en het
wegdek niet te beschadigen
geen
lange
stukken
sneeuwvrije wegen.
Wij raden u aan om het
ASR uit te schakelen als
sneeuwkettingen zijn ge-
monteerd. Druk op de ASR/VDC-
knop (zie de paragraaf "ASR"
in het hoofdstuk "Dashboard en
bediening").
op
163

Advertenties

loading