fig. 21
KNOP VOOR OP NUL
ZETTEN VAN DE DAGTELLER
fig. 21
Druk voor het op nul zetten van de
dagtellerstand enkele seconden op de
knop A.
24
LICHTINTENSITEIT
INSTRUMENTENPANEEL
HANDMATIG INSTELLEN
Met deze functie kan de lichtintensiteit
(op 8 niveaus) van de symbolen/het in-
strumentenpaneel, het autoradiodisplay
(voor bepaalde uitvoeringen/markten,
waar voorzien), het display van de kli-
A0E0072m
maatregeling, het display van het radio-/
navigatiesysteem (voor bepaalde uitvoe-
ringen/markten, waar voorzien) en de
instrumenten (brandstofmeter, olietem-
peratuurmeter (benzine-uitvoeringen) of
turbodrukmeter (dieseluitvoeringen) en
de koelvloeistoftemperatuurmeter) wor-
den ingesteld.
Druk voor het regelen van de lichtin-
tensiteit kort op de knop + op de lin-
kerhendel voor het verhogen of op de
knop – voor het verlagen van de in-
tensiteit: op het display verschijnt een
bericht en een getal dat de op dit mo-
ment geselecteerde lichtintensiteit aan-
geeft. Dit scherm blijft enige seconden
zichtbaar en verdwijnt vervolgens.
AUTOMATISCHE REGELING
VAN DE LICHTINTENSITEIT
Voor maximale zichtbaarheid en maxi-
maal comfort onder alle rijomstandighe-
den (bijvoorbeeld als er overdag wordt
gereden met ingeschakeld licht of als er
in tunnels wordt gereden) heeft de snel-
heidsmeter een sensor, waarmee auto-
matisch, nadat de elektronische sleutel
in het startsysteem is geplaatst en de
START/STOP-knop is ingedrukt, de
lichtintensiteit van de symbolen/het in-
strumentenpaneel, het autoradiodisplay
(voor bepaalde uitvoeringen/markten,
waar voorzien), het display van de kli-
maatregeling, het display van het radio-/
navigatiesysteem (voor bepaalde uit-
voeringen/markten, waar voorzien) en
de instrumenten (brandstofmeter, mo-
torolietemperatuurmeter (benzine-uit-
voeringen) of turbodrukmeter (dieseluit-
voeringen) en de koelvloeistoftempera-
tuurmeter) kan worden ingesteld.