Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van de
ruiten een daarvoor geschikt schoon-
maakmiddel. Gebruik een schone, zach-
te doek om krassen en beschadigingen
te voorkomen.
WAARSCHUWING Let er bij het
schoonmaken van de binnenzijde van
de achterruit op dat de elektrische weer-
standsdraden van de achterruitverwar-
ming niet worden beschadigd. Veeg
voorzichtig in de richting van de draden.
246
Koplampen
Gebruik voor het reinigen van de kop-
lampen een zachte vochtige doek met
water en autoshampoo.
WAARSCHUWING Als de kop-
lampglazen met een droge doek wor-
den gereinigd, kan dit krassen veroor-
zaken, waardoor de prestaties achter-
uitgaan. Door het gebruik van oplos-
middelen worden de koplampglazen
dof, waardoor de prestaties achteruit-
gaan.
WAARSCHUWING Als de kop-
lampglazen worden gereinigd met een
waterstraal, houdt deze dan op ten min-
ste 2 cm van de lampglazen.
Motorruimte
Het verdient aanbeveling de motorruim-
te na het winterseizoen zorgvuldig te la-
ten uitspuiten. Hierbij mag de waterstraal
niet direct op de elektronische regeleen-
heden worden gericht. Laat deze werk-
zaamheden verzorgen door een gespe-
cialiseerd bedrijf.
WAARSCHUWING Voor het uit-
spuiten van de motorruimte moet de
contactsleutel zijn uitgenomen en de
motor koud zijn. Controleer na het rei-
nigen of de verschillende beschermin-
gen (rubber kappen, deksels enz.) nog
op hun plaats zitten en niet beschadigd
zijn.