WIELEN EN BANDEN
De spanning van de banden, inclusief
het noodreservewiel, moet regelmatig,
om de twee weken en voor een lange
rit, worden gecontroleerd: de banden-
spanning moet bij koude banden wor-
den gecontroleerd.
Tijdens het rijden neemt de banden-
spanning toe; zie voor de juiste waar-
de van de bandenspanning de paragraaf
"Wielen" in het hoofdstuk "Technische
gegevens".
240
fig. 18
Een verkeerde spanning veroorzaakt
een overmatige slijtage van de banden
fig. 18:
A juiste spanning: gelijkmatige slijta-
ge van het loopvlak.
B te lage spanning: te grote slijtage aan
de zijkanten van het loopvlak.
C te hoge spanning: te grote slijtage in
het midden van het loopvlak.
Banden moeten worden vervangen als
de profieldiepte van het loopvlak min-
der is dan 1,6 mm. Houdt u echter al-
tijd aan de voorschriften van het land
waarin u rijdt.
BELANGRIJKE TIPS
Voorkom bruusk remmen, met spin-
nende wielen optrekken, harde contac-
ten tussen banden en stoepranden, kui-
len en andere obstakels. Het langdurig
rijden op een slecht wegdek kan de ban-
den beschadigen.
Controleer de banden regelmatig op
A0E0120m
scheuren in de wangen en bulten of slijt-
plekken op het loopvlak. Wendt u zich
in dit geval tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
Rijd nooit met een te zwaar beladen au-
to: hierdoor kunnen de banden en de
velgen ernstig beschadigd worden; stop
bij een lekke band onmiddellijk en ver-
vang de band om verdere beschadiging
van de band, de velg, de wielophanging
en de stuurinrichting te voorkomen;