BAGAGERUIMTE
De ontgrendeling van de bagageruimte vindt
elektrisch plaats en kan niet worden uitgevoerd
bij een rijdende auto.
Met behulp van het „Setup-menu" (of bij som-
mige uitvoeringen met behulp van het radio-/
navigatiesysteem) kan de ontgrendeling van
de bagageruimte worden ingesteld door de op-
tie „Bagageruimte onafhankelijk" te activeren
(zie de paragraaf „Instelbaar multifunctioneel
display" in dit hoofdstuk); als deze functie is
geactiveerd, wordt alleen de bagageruimte ont-
grendeld als de knop ` op de elektroni-
sche sleutel wordt ingedrukt.
Als de bagageruimte niet goed is gesloten,
wordt dit aangegeven door het verschijnen van
het symbool R en door een bericht op het
display (zie het hoofdstuk „Lampjes en be-
richten").
94
Afb. 81
Als de bagageruimte is ontgrendeld, dan kan
deze vanaf de buitenzijde worden geopend
door op het elektrische logo Afb. 81 te druk-
ken, totdat u merkt dat de bagageruimte is
ontgrendeld.
Het openen van de bagageruimte wordt mak-
kelijker gemaakt door de gasdempers aan de
zijkant.
Als de bagageruimte wordt geopend, gaat er
een interieurlampje branden: de verlichting gaat
automatisch uit als de bagageruimte wordt ge-
sloten. Als u vergeet de bagageruimte te slui-
ten, gaat de verlichting na enkele minuten
automatisch uit.
WAARSCHUWING Als de accu losgekop-
peld is geweest of als er een zekering is door-
gebrand, moet het ver-/ontgrendelmechanis-
me van de achterklep worden geïnitialiseerd.
Ga hiervoor als volgt te werk:
❒ sluit alle portieren en de bagageruimte;
❒ druk op de knop Á op de afstandsbedie-
ning of op de knop q op de midden-
A0G0152m
console;
❒ druk op de knop Ë op de afstandsbedie-
ning of op de knop q op de midden-
console.