LAMP
BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbehorende ver-
mogen de paragraaf „Gloeilamp vervangen".
KOPLAMPUNITS
In de koplampunits bevinden zich de lampen
voor het grootlicht, de standlichten, de rich-
tingaanwijzers en het dimlicht.
Voor het verwijderen van de lampen moet het
deksel worden verwijderd door dit linksom te
draaien.
De lampen zijn op de volgende wijze in de licht-
unit Afb. 22 geplaatst:
A Grootlicht
B Standlichten/richtingaanwijzers
C Dimlicht
Afb. 22
OPGELET
Monteer de doppen nadat
de lampen zijn vervangen
en controleer of de doppen goed
vastzitten (geborgd).
Grootlicht
(halogeenlampen)
Om de lamp te vervangen, als volgt te
werk gaan:
❒ draai het deksel linksom A-Afb. 22;
❒ maak de stekker A-Afb. 23 los;
❒ haak de borgveer van de lamp los B;
A0G0191m
Afb. 23
❒ verwijder en vervang de lamp;
❒ monteer de nieuwe lamp en maak de be-
vestigingsveer B van de lamp vast;
❒ sluit de stekker A aan;
❒ monteer het beschermdeksel op de juiste
wijze.
A0G0223m
181