OPGELET
ZEER GEVAARLIJK Als het
absoluut noodzakelijk is
een kind op de passagiers-
stoel voor te vervoeren, in
een kinderzitje dat achter-
stevoren is geplaatst, moeten de air-
bags aan passagierszijde (frontair-
bag, knie-airbag, waar voorzien, en
zij-airbags) met de sleutelschakelaar
worden uitgeschakeld (voor uitvoe-
ringen/markten, waar voorzien).
Controleer de uitschakeling met be-
hulp van het lampje F op het pa-
neel van het plafondlampje voor (zie
paragraaf „Frontairbag aan passa-
gierszijde"). Bovendien moet de
stoel zo ver mogelijk naar achteren
zijn geschoven om te voorkomen dat
het kinderzitje eventueel in aanra-
king komt met het dashboard.
Afb. 5
GROEP 0/0+
Kinderen tot 13 kg moeten in babyzitjes wor-
den vervoerd die achterstevoren Afb. 5 zijn
geplaatst, waardoor het achterhoofd wordt ge-
steund en bij plotseling remmen de nek niet
wordt belast.
Het wiegje moet op zijn plaats worden gehou-
den door de veiligheidsgordel, zoals in de af-
beelding is aangegeven, en het kind moet op
zijn beurt worden beschermd door de gordel
van het wiegje zelf.
A0G0106m
Afb. 6
GROEP 1
Kinderen met een gewicht tussen 9 en 18 kg
moeten in de rijrichting worden vervoerd in een
zitje met een kussen Afb. 6; hierbij houdt de
veiligheidsgordel van de auto het kinderzitje
en het kind op zijn plaats.
OPGELET
De afbeeldingen dienen al-
leen ter illustratie van de be-
vestiging. Houd u zich voor de mon-
tage van het kinderzitje aan de in-
structies. De fabrikant is verplicht
deze instructies bij te leveren.
A0G0106m
123