Afb. 10
Systeem inschakelen
De functie schakelt in de volgende gevallen
automatisch bij alle portieren in:
❒ als de metalen baard van de elektronische
sleutel twee maal in het bestuurderspor-
tier naar de vergrendelstand wordt ge-
draaid;
❒ als knop Á op de elektronische sleutel twee
maal wordt ingedrukt.
Het inschakelen van het systeem wordt aange-
geven door het 3 keer knipperen van de led op
het bestuurdersportierpaneel en, alleen als het
systeem is ingeschakeld met de knop Á van de
elektronische sleutel, van de richtingaanwijzers.
Het systeem schakelt niet in als een of meer-
dere portieren niet goed gesloten zijn: zo wordt
voorkomen dat een persoon via het geopende
A0G0021m
portier het interieur van de auto kan betreden
en, als het portier vervolgens wordt gesloten,
de auto niet meer kan verlaten.
Systeem uitschakelen
Het systeem schakelt in de volgende gevallen
automatisch alle portieren/deuren uit:
❒ als de portieren worden ontgrendeld;
❒ als alleen het bestuurdersportier wordt ont-
grendeld (waar mogelijk);
❒ als de elektronische sleutel in het startsys-
teem wordt geplaatst.
15