De startmotor wordt automatisch ingeschakeld,
totdat de motor is gestart.
Als de motor is uitgeschakeld en de elektroni-
sche sleutel is in het startsysteem geplaatst, dan
kan de motor automatisch worden gestart door
kort op de START/STOP-knop te drukken en
het koppelingspedaal ingetrapt te houden.
WAARSCHUWING De motor kan worden
gestart als het rempedaal in plaats van het kop-
pelingspedaal wordt ingetrapt. In dat geval
wordt de motor niet automatisch gestart. Druk
in dat geval de START/STOP-knop in en laat
deze los zodra de motor is gestart.
PROCEDURE VOOR
DIESELUITVOERINGEN
Ga als volgt te werk:
❒ trek de handrem aan;
❒ trap het koppelingspedaal helemaal in, zon-
der het gaspedaal in te trappen;
❒ zet de versnellingshendel in de vrijstand;
❒ steek de elektronische sleutel na het stop-
pen in het startsysteem. Op het instrumen-
tenpaneel gaat het lampje m branden;
❒ wacht tot het lampje m gedoofd is. Hoe
warmer de motor, hoe sneller het lampje
dooft;
❒ druk kort op de knop START/STOP met-
een nadat het lampje m uit gaat. Als u
te lang wacht, zijn de voorgloeibougies
weer afgekoeld.
De startmotor wordt automatisch ingeschakeld,
totdat de motor is gestart.
Als de motor is uitgeschakeld en de elektroni-
sche sleutel is in het startsysteem geplaatst, dan
kan de motor automatisch worden gestart door
kort op de START/STOP-knop te drukken en
het koppelingspedaal ingetrapt te houden.
Bij zeer lage temperaturen moet u altijd wach-
ten, totdat het lampje m is gedoofd, voor-
dat de motor wordt gestart.
WAARSCHUWING De motor kan worden
gestart, als alleen het rempedaal is ingetrapt. In
dat geval wordt de motor niet automatisch ge-
start. Druk in dat geval de START/ STOP-knop
in en laat deze los zodra de motor is gestart.
135