WIELEN EN BANDEN
De spanning van de banden, inclusief het
noodreservewiel, moet regelmatig, om de twee
weken en voor een lange rit, worden gecon-
troleerd: de bandenspanning moet bij koude
banden worden gecontroleerd.
Tijdens het rijden neemt de bandenspanning
toe; zie voor de juiste waarde van de banden-
spanning de paragraaf „Wielen" in het hoofd-
stuk „Technische gegevens".
Een onjuiste bandenspanning veroorzaakt een
onregelmatige slijtage van de banden Afb. 14:
A juiste spanning: gelijkmatige slijtage van
het loopvlak.
B te lage spanning: te grote slijtage aan de
zijkanten van het loopvlak.
C te hoge spanning: te grote slijtage in het
midden van het loopvlak.
Banden moeten worden vervangen als de pro-
fieldiepte van het loopvlak minder is dan
1,6 mm. Houd u zich echter altijd aan de voor-
schriften van het land waarin u rijdt.
Afb. 14
BELANGRIJKE TIPS
Voorkom bruusk remmen, met spinnende wie-
len optrekken, harde contacten tussen banden
en stoepranden, kuilen en andere obstakels.
Het langdurig rijden op een slecht wegdek kan
de banden beschadigen.
Controleer de banden regelmatig op scheuren
in de wangen en bulten of slijtplekken op het
loopvlak. Wendt u zich in dit geval tot het Al-
fa Romeo Servicenetwerk.
Rijd nooit met een te zwaar beladen auto: hier-
door kunnen de banden en de velgen ernstig
beschadigd worden; stop bij een lekke band
onmiddellijk en vervang de band om verdere
beschadiging van de band, de velg, de wiel-
ophanging en de stuurinrichting te voorkomen;
Banden verouderen, ook als ze weinig worden
gebruikt. Scheurtjes in het loopvlak en op de
wangen geven aan dat de band verouderd is.
Banden die langer dan zes jaar onder een au-
to gemonteerd zijn, moeten dan ook door een
specialist worden gecontroleerd. Dit geldt in
het bijzonder voor het noodreservewiel.
Monteer nooit gebruikte banden of banden,
A0G0120m
waarvan de herkomst onbekend is.
Bij de montage van een nieuwe band moet
ook het ventiel vernieuwd worden; om een ge-
lijke slijtage van de banden op de vooras en
de achteras te verkrijgen, is het raadzaam de
banden om de 10 000/15 000 km van as te
verwisselen. Hierbij moeten de banden aan de-
zelfde zijde van de auto gemonteerd blijven,
zodat een omkering van de draairichting wordt
voorkomen.
OPGELET
Bedenk dat ook de weglig-
ging afhankelijk is van een
juiste bandenspanning.
219