SPIEGELS
BINNENSPIEGEL
De binnenspiegel is voorzien van een beveili-
gingsmechanisme, waardoor de spiegel bij een
krachtig contact met een inzittende losschiet.
Met het hendeltje A-Afb. 29 kan de spiegel
in twee standen worden gezet: normale of anti-
verblindingsstand.
Afb. 29
BUITENSPIEGELS
De buitenspiegels kunnen alleen worden ver-
steld en ingeklapt als de elektronische sleutel
in het startsysteem is geplaatst.
A0G0135m
Afb. 30
Verstellen van de spiegel
Kies de gewenste spiegel met de knop
A-Afb. 30:
❒ draai de keuzeknop A in stand 1: de lin-
kerspiegel wordt geselecteerd;
❒ draai de keuzeknop A in stand 2: de rech-
terspiegel wordt geselecteerd.
Als u de geselecteerde spiegel wilt verstellen,
moet u de knop B in de vier richtingen druk-
ken die door de pijlen aangegeven worden.
WAARSCHUWING Na het verstellen, moet
de keuzeknop A in stand 0 worden gezet om
te voorkomen dat de spiegel per ongeluk wordt
versteld.
A0G0036m
45