VEILIGHEIDSGORDELS
<
NIET OMGELEGD
(rood)
Bij stilstaande auto gaat het lampje continu bran-
den als:
❒ de bestuurdersgordel niet juist is omgelegd;
❒ de passagiersgordel niet juist is omgelegd
en er zich een gewicht op de passagiers-
stoel bevindt;
❒ de bestuurders- of de passagiersgordel wor-
den afgedaan.
Bij een rijdende auto gaat het lampje onder
dezelfde omstandigheden knipperen en klinkt
tegelijkertijd een geluidssignaal (zoemer) ge-
durende een korte periode.
Vervolgens blijft het lampje continu branden.
150
Het geluidssignaal kan tijdelijk op de volgende
wijze worden uitgeschakeld:
❒ leg de veiligheidsgordels voor om;
❒ steek de elektronische sleutel in het start-
systeem;
❒ wacht langer dan 20 seconden en korter dan
1 minuut en doe een van de gordels af.
Hierdoor blijft de zoemer uitgeschakeld, totdat
de motor wordt uitgezet.
Wendt u zich voor het permanent uitschake-
len van dit systeem tot het Alfa Romeo Servi-
cenetwerk. Het „signaleringssysteem niet om-
gelegde veiligheidsgordels" kan uitsluitend
m.b.v. het Setup-menu van het display opnieuw
worden ingeschakeld (zie de paragraaf
„Instelbaar multifunctioneel display" in het
hoofdstuk „Dashboard en bediening").