ALARM
(voor uitvoeringen/markten, waar voorzien)
INWERKINGTREDING
VAN HET ALARM
Het diefstalalarm wordt in de volgende geval-
len geactiveerd:
❒ onbevoegd openen van portieren/motor-
kap/bagageruimte (omtrekbeveiliging);
❒ inschakeling van het startsysteem met een
niet-geschikte elektronische sleutel;
❒ als de kabels van de accu worden onder-
broken;
❒ als er bewegende voorwerpen in het inte-
rieur aanwezig zijn (volumetrische bevei-
liging);
❒ verkeerd omhoog komen/kantelen van de
auto (voor uitvoeringen/markten, waar
voorzien).
De volumetrische beveiliging en de hellings-
hoekdetectie kunnen worden uitgeschakeld op
het plafondlampje voor (zie paragraaf „Volu-
metrische beveiliging/hellingshoekdetectie"
op de volgende pagina's).
Naargelang de marktuitvoering van de auto
gaan bij inschakeling van het alarm de rich-
tingaanwijzers ongeveer 26 seconden knippe-
ren. De wijze waarop het systeem werkt en
het aantal cycli kunnen per land verschillen.
Er is een maximum aantal hoorbare/zichtba-
re cycli. Als de alarmcyclus is afgelopen, gaat
het systeem weer normaal werken.
WAARSCHUWING Als in een noodgeval
de portieren centraal met de elektronische sleu-
tel worden ontgrendeld, wordt het alarm niet
uitgeschakeld; als vervolgens een van de por-
tieren of de bagageruimte wordt geopend,
wordt de sirene ingeschakeld. Zie voor het uit-
schakelen van de sirene de paragraaf „Alarm
uitschakelen".
WAARSCHUWING De blokkering van de
motor door de Alfa Romeo CODE wordt auto-
matisch ingeschakeld als de elektronische sleu-
tel uit het startsysteem wordt verwijderd.
Afb. 11
ALARM INSCHAKELEN
Als de portieren, bagageruimte en tankluikje
zijn gesloten en de elektronische sleutel is uit
het startsysteem verwijderd, richt dan de elek-
tronische sleutel op de auto, druk op de knop
Á en laat de knop weer los.
U hoort een akoestisch signaal („BIEP") (be-
halve bij uitvoeringen voor bepaalde markten)
en de portieren worden vergrendeld.
Voordat het alarm inschakelt, wordt eerst een
zelfdiagnose uitgevoerd, waarbij de led op het
passagiersportier (zie A-Afb. 11) knippert
met een afwijkende frequentie: bij een storing
klinkt nog een geluidssignaal van het systeem.
A0G0034m
17