4
Kies een AF-veldstand (0 53).
5
Stel scherp.
Kadreer de openingsopname en stel scherp
zoals beschreven in stap 3 en 4 op pagina
49–50 (zie pagina 51voor meer informatie
over scherpstellen in filmlivebeeld). Merk
op dat het aantal te detecteren
onderwerpen in gezichtsprioriteit-AF
afneemt in filmlivebeeld.
y
A
Belichtingsstand
De volgende instellingen kunnen in filmlivebeeld worden aangepast:
e, f
g
h
In de belichtingsstand h kan de sluitertijd worden ingesteld op
waarden tussen
wisselt met de beeldsnelheid; 0 74). In andere belichtingsstanden
wordt de sluitertijd automatisch aangepast. Als het onderwerp wordt
over- of onderbelicht in de stand e of f, beëindig livebeeld en begin
filmlivebeeld opnieuw of selecteer belichting g en pas het diafragma
aan.
64
Diafragma
Sluitertijd
—
—
✔
—
✔
✔
1
1
/
en
/
25
8.000
ISO-gevoeligheid
—
—
✔
sec. (de langst beschikbare sluitertijd
B-knop
Belichtingscorrectie
✔
✔
—