Bij waarden anders dan ±0,0 wordt na het ontspannen van de M-knop
een Y-pictogram in het bovenste bedieningspaneel weergegeven
en wordt E in de zoeker weergegeven. De huidige waarde voor
belichtingscorrectie kan worden bevestigd door op de M-knop te
drukken.
Normale flitsuitvoer kan worden hersteld door de belichtingscorrectie
in te stellen op ±0,0. De belichtingscorrectie wordt niet ongedaan
gemaakt wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
A
Optionele flitsers
Met behulp van de besturingen op de flitsers kan ook voor de SB-910,
SB-900, SB-800, SB-700 en SB-600 de belichtingscorrectie worden ingesteld.
De geselecteerde waarde voor de flitser wordt toegevoegd aan de waarde
die is geselecteerd voor de camera.
A
Zie ook
Zie persoonlijke instelling b3 (Stap belichtings-/flitscorr., 0 313) voor
informatie over het kiezen van de beschikbare stapgroottes voor
belichtingscorrectie. Zie persoonlijke instelling e4 (Belichtingscorr. voor
flitser, 0 325) voor informatie over de keuze of de flitscorrectie moet
worden toegepast als aanvulling op belichtingscorrectie bij het gebruik van
de flitser. Zie pagina 139 voor informatie over automatisch variërende
belichting gedurende een reeks opnamen.
l
203