A
De beeldhoek berekenen
De D4 kan worden gebruikt met Nikon-objectieven voor
kleinbeeldcamera's (135). Als Automatische DX-uitsnede ingeschakeld is
(0 85) en er een 35 mm objectief is bevestigd, zal de hoek hetzelfde zijn als
een beeld van een 35 mm film (36,0 × 23,9 mm); als er een DX-objectief is
bevestigd, wordt de beeldhoek automatisch aangepast naar 23,4 × 15,5
mm (DX-formaat).
Om een beeldhoek te kiezen anders dan het huidige objectief, schakel
Automatische DX-uitsnede uit en selecteer uit FX (36×24), 1,2× (30×20),
DX (24×16) en 5 : 4 (30×24). Als er een 35 mm objectief is bevestigd, kan
de beeldhoek 1,5 × worden verkleind door het selecteren van DX (24×16)
of 1,2 × door het selecteren van 1,2× (30×20) om een kleiner veld te
belichten, of de beeldverhouding kan worden gewijzigd door het
selecteren van 5 : 4 (30×24).
Objectief
FX (36×24) fotoformaat (36,0 × 23,9 mm,
equivalent aan kleinbeeldcamera)
1,2× (30×20) fotoformaat
DX (24×16) fotoformaat (23,4 × 15,5 mm,
equivalent aan camera's in DX-formaat)
5 : 4 (30×24) fotoformaat
Beeldhoek (FX (36×24);
kleinbeeldcamera)
Beeldhoek (1,2× (30×20))
Beeldhoek (DX (24×16); DX-formaat)
Beeldhoek (5 : 4 (30×24))
(29,9 × 19,9 mm)
(29,9 × 23,9 mm)
Beelddiagonaal
389
n