4
Kies de hoeveelheid
versterking.
Markeer Automatische
versterking en druk op 2.
De volgende opties worden
weergegeven. Markeer een optie
en druk op J.
• Aan: versterking wordt
aangepast overeenkomstig het
aantal werkelijk opgenomen
belichtingen (versterking voor elke belichting is ingesteld op
voor 2 belichtingen,
• Uit: Versterking wordt niet aangepast bij het opnemen van
meervoudige belichting. Aanbevolen bij een donkere achtergrond.
5
Kadreer, stel scherp en maak de foto.
In de ontspanstanden continu hoge snelheid en
continu lage snelheid (0 111) neemt de camera alle
belichtingen in een enkele serieopname op. Als Aan (reeks) is
geselecteerd, blijft de camera meerdere belichtingen opnemen
zo lang als de ontspanknop wordt ingedrukt; als Aan (één foto) is
geselecteerd, eindigt meervoudige belichtingsopname na de
eerste foto. In de zelfontspannerstand registreert de camera
automatisch het aantal opnamen dat is geselecteerd in stap 3 op
pagina 212, ongeacht de optie die is geselecteerd voor
persoonlijke instelling c3 (Zelfontspanner) > Aantal opnamen
(0 317); de interval tussen opnamen wordt echter geregeld door
persoonlijke instelling c3 (Zelfontspanner) > Interval tussen
opnamen. In andere ontspanstanden wordt een foto gemaakt,
elke keer dat de ontspanknop wordt ingedrukt. Ga door met het
opnemen totdat alle belichtingen zijn geregistreerd (voor
informatie over het onderbreken van een meervoudige
belichting voordat alle foto's zijn vastgelegd, zie pagina 214).
1
/
voor 3 belichtingen, enz.).
3
1
/
2
t
213