Geheugenbank opnamemenu
De opties in het opnamemenu worden opgeslagen in een van de vier
geheugenbanken. Met uitzondering van Uitgebreide menubanken,
Meervoudige belichting, Intervalopname, Time-lapse-fotografie
en aanpassingen aan Picture Controls (snel aanpassen en andere
handmatige aanpassingen), hebben instellingen die zijn gewijzigd in
één bank geen invloed op de overige banken. Selecteer één van de vier
banken en breng de gewenste instellingen aan om een bepaalde
combinatie van veelgebruikte instellingen op te slaan. De nieuwe
instellingen worden in de bank opgeslagen, zelfs als de camera wordt
uitgeschakeld, en worden hersteld wanneer de bank de eerstvolgende
keer wordt geselecteerd. In de andere banken kunnen verschillende
combinaties van instellingen worden opgeslagen, zodat de gebruiker
direct van de ene naar de andere combinatie kan schakelen door de
juiste bank uit het bankmenu te selecteren.
De standaardnamen voor de vier geheugenbanken van het
opnamemenu zijn A, B, C en D. Er kan een titelbeschrijving van
maximaal 20 tekens lang, zoals beschreven op pagina 180, worden
toegevoegd door de menubank te markeren en op 2 te drukken.
A
Geheugenbank opnamemenu
Het bovenste bedieningspaneel en de
informatieschermen tonen de huidige
geheugenbank voor het opnamemenu.
A
Zie ook
Belichtingsstand, sluitertijd en diafragma kunnen aan de menubanken
worden toegevoegd met behulp van de optie Uitgebreide menubanken
in het opnamemenu (0 295). Zie persoonlijke instelling f3 (Fn-knop
toewijzen) > Indrukken + instelschijven (0 332) voor informatie over het
U
gebruik van de besturingen op de camerabody om de geheugenbank voor
het opnamemenu te gebruiken.
294
G-knop ➜ C opnamemenu