Flitswaardevergrendeling
Deze functie wordt gebruikt om de flitsuitvoer te vergrendelen,
waardoor u de compositie van de foto's kunt veranderen zonder de
flitssterkte te veranderen en u verzekerd bent van de juiste flitsuitvoer
ten opzichte van het onderwerp, zelfs wanneer het onderwerp niet in
het midden van het beeld is gepositioneerd. Flitsuitvoer wordt
automatisch aangepast voor elke wijziging in ISO-gevoeligheid en
diafragma. Flitswaardevergrendeling is alleen beschikbaar voor CVS-
compatibele flitsers (0 192).
Om flitswaardevergrendeling te gebruiken:
1
Wijs flitswaardevergrendeling aan de
Fn-knop toe.
Selecteer Flitswaardevergrendeling voor
persoonlijke instelling f3 (Fn-knop
toewijzen > Indrukken, 0 328).
2
Bevestig een CVS-compatibele flitser.
Monteer een CVS-compatibele flitser (0 193) op de
accessoireschoen van de camera.
3
Stel de flitser in op de juiste stand.
Schakel de flitser in en stel de flitsstand in op DDL,
l
monitorvoorflits AA of monitorvoorflits A. Zie de Speedlight
instructiehandleiding voor meer informatie.
204