Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Basiscascaderegelaar - Danfoss VLT HVAC Drive FC 102 Handleiding

B&p elektromotoren
Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Drive FC 102:
Inhoudsopgave

Advertenties

Productfuncties

5.4 Basiscascaderegelaar

De basiscascaderegelaar wordt gebruikt voor pomptoepas-
singen waarbij een bepaalde druk (opvoerhoogte) of een
bepaald niveau moet worden gehandhaafd over een breed
dynamisch bereik. Een grote pomp over een groot bereik
met een variabel toerental laten draaien, is geen ideale
situatie vanwege het lage pomprendement bij lagere
toerentallen. Er geldt een praktische limiet van ongeveer
25% van het nominale toerental bij volledige pompbe-
lasting.
Met de basiscascaderegelaar regelt de frequentieregelaar
een motor met variabel toerental als de pomp met variabel
toerental (hoofdpomp) en kan deze 2 extra pompen met
vast toerental gefaseerd in- en uitschakelen. Sluit de extra
pompen met vast toerental rechtstreeks aan op het net of
via softstarters. Door het toerental van de eerste pomp te
variëren, wordt een toerentalregeling voor het systeem als
geheel verkregen. Dankzij het variabele toerental wordt de
druk constant gehouden, wat resulteert in een lagere
systeemdruk en een stillere werking van pompsystemen.
Pompen met vaste (2)
Pompen met
variable
snelheid (1)
Motorstarter
Afbeelding 5.22 Basiscascaderegelaar
Vaste hoofdpomp
De motoren moeten hetzelfde vermogen hebben. Met de
basiscascaderegelaar kan de frequentieregelaar 3 gelijk-
waardige pompen regelen met behulp van de 2
ingebouwde relais. Wanneer de variabele pomp
(hoofdpomp) rechtstreeks op de frequentieregelaar is
aangesloten, worden de andere 2 pompen geregeld door
de 2 ingebouwde relais. Als wisseling van de hoofdpomp
ingeschakeld is, worden pompen op het ingebouwde relais
aangesloten en is de frequentieregelaar in staat om 2
pompen te regelen.
MG16C310
Design Guide
DrukSensor
Frequentieomvormer
met cascaderegelaar
Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.
Wisseling hoofdpomp
De motoren moeten hetzelfde vermogen hebben. Deze
functie maakt het mogelijk dat de frequentieregelaar de
pompen in het systeem (maximaal 2 pompen) afwisselend
regelt. In deze bedrijfsmodus worden beide pompen
evenveel gebruikt, waardoor het benodigde pompon-
derhoud wordt beperkt en het systeem een grotere
betrouwbaarheid en een langere levensduur heeft.
Wisseling van de hoofdpomp kan plaatsvinden via een
commandosignaal of bij staging (toevoeging van een
andere pomp).
Het commando kan een handmatige wissel of een wissel-
gebeurtenissignaal zijn. Als de wisselgebeurtenis is
geselecteerd, vindt de pompwisseling plaats zodra de
gebeurtenis zich voordoet. Mogelijke gebeurtenissen zijn:
een wisseltimer die afloopt
een voorgeprogrammeerd tijdstip
het moment dat de hoofdpomp in de
slaapmodus gaat.
Het gefaseerd in-/uitschakelen wordt bepaald door de
werkelijke systeembelasting.
Een afzonderlijke parameter kan bepalen dat wisseling
alleen is toegestaan als de totale vereiste capaciteit > 50%
is. De totale pompcapaciteit wordt bepaald door de
capaciteit van de hoofdpomp plus de capaciteiten van de
pompen met vast toerental.
Beheer bandbreedte
Om frequent schakelen van pompen met vast toerental te
voorkomen, wordt in systemen met cascaderegeling de
gewenste systeemdruk niet op een bepaald niveau maar
binnen een bepaalde bandbreedte gehouden. De staging-
bandbreedte bepaalt de vereiste bandbreedte voor deze
bedrijfsmodus. Wanneer er een grote en snelle wijziging in
de systeemdruk optreedt, zal de onderdrukkingsband-
breedte de stagingbandbreedte onderdrukken om een
onmiddellijke reactie op een kortstondige drukwijziging te
voorkomen. Een timer voor onderdrukking van de
bandbreedte kan worden geprogrammeerd om het
gefaseerd in- en uitschakelen te voorkomen totdat de
systeemdruk weer stabiel is en een normale regeling weer
mogelijk is.
Wanneer de cascaderegelaar is ingeschakeld en de
frequentieregelaar een alarm met uitschakeling (trip)
genereert, wordt de opvoerhoogte van het systeem
gehandhaafd door de pompen met vast toerental in en uit
te schakelen. Om frequent in- en uitschakelen te
voorkomen en drukschommelingen tot een minimum te
beperken, wordt in plaats van de stagingbandbreedte een
grotere bandbreedte voor vaste toerentallen gebruikt.
5
5
41

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave