Toepassingsvoorbeelden
12.10 Bedradingsconfiguratie voor een
relaissetup met Smart Logic Control
FC
+24 V
12
+24 V
13
D IN
18
19
D IN
COM
20
D IN
27
D IN
29
D IN
32
D IN
33
D IN
37
+10 V
50
A IN
53
A IN
54
COM
55
A OUT
42
COM
39
01
02
03
04
05
06
Opmerkingen:
Als de limiet van de terugkoppelingsbewaking wordt
overschreden, wordt waarschuwing 90, Terugk.bewak
gegenereerd. De SLC bewaakt waarschuwing 90, Terugk.bewak en
spreekt relais 1 aan wanneer de waarschuwing TRUE wordt.
Mogelijk heeft externe apparatuur onderhoud nodig. Als de
terugkoppelingsfout binnen 5 s weer tot onder de limiet daalt,
blijft de frequentieregelaar werken en verdwijnt de
waarschuwing. Reset relais 1 door op [Reset] op het LCP te
drukken.
Tabel 12.13 Bedradingsconfiguratie voor een relaissetup met
Smart Logic Control
MG16C310
Design Guide
Parameters
Functie
Instelling
Parameter 4-30
[1]
Motor Feedback
Waarschuwing
Loss Function
Parameter 4-31
100 tpm
Motor Feedback
Speed Error
Parameter 4-32
5 s
Motor Feedback
Loss Timeout
Parameter 7-00 S
[2] MCB 102
peed PID
Feedback Source
Parameter 17-11
1024*
Resolution (PPR)
Parameter 13-00
[1] Aan
SL Controller
Mode
Parameter 13-01
[19]
Start Event
Waarschuwing
Parameter 13-02
[44] Toets
Stop Event
Reset
Parameter 13-10
[21]
Comparator
Waarsch.num
Operand
mer
Parameter 13-11
[1] ≈ (gelijk)*
Comparator
Operator
Parameter 13-12
90
Comparator
Value
Parameter 13-51
[22]
SL Controller
Comparator 0
Event
Parameter 13-52
[32] Dig.
SL Controller
uitgang A laag
Action
Parameter 5-40 F
[80] SL dig.
unction Relay
uitgang A
* = standaardwaarde
Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.
12.11 Bedradingsconfiguratie voor een
vaste pomp met variabel toerental
Afbeelding 12.5 Bedradingsschema voor pomp met variabel
toerental
12.12 Bedradingsconfiguratie voor
wisselende hoofdpomp
Afbeelding 12.6 Wisselende hoofdpomp, bedradingsschema
Elke pomp moet met behulp van een mechanische
vergrendeling worden aangesloten op 2 contactors (K1/K2
en K3/K4). Thermische relais of andere motoroverbelasting-
sbeveiligingen moeten worden toegepast volgens de
lokale voorschriften en/of individuele eisen.
12
12
219