Bijlage
Uitschakeling (trip)
Een toestand die zich voordoet in foutsituaties,
bijvoorbeeld als de frequentieregelaar wordt blootgesteld
aan een overtemperatuur of wanneer de frequentieregelaar
de motor, het proces of het mechanisme beschermt. Een
herstart is niet mogelijk totdat de oorzaak van de fout is
weggenomen en de uitschakelingsstatus is opgeheven.
Uitschakeling met blokkering
Een toestand die zich voordoet in foutsituaties waarbij de
frequentieregelaar zichzelf beschermt en fysiek ingrijpen
noodzakelijk is. Een uitschakeling met blokkering kan
alleen worden opgeheven door de netvoeding te
onderbreken, de oorzaak van de fout weg te nemen en de
frequentieregelaar opnieuw aan te sluiten op het net. Een
herstart is niet mogelijk totdat de uitschakelingsstatus is
opgeheven door middel van een reset.
VT-karakteristieken
Variabel-koppelkarakteristieken voor pompen en
ventilatoren.
14.3 Installatie en setup RS485
RS485 is een 2-draads businterface die compatibel is met
multi-droptopologie. Busdeelnemers kunnen worden
aangesloten als bus of via dropkabels vanaf een gemeen-
schappelijke hoofdlijn. Op 1 netwerksegment kunnen in
totaal 32 busdeelnemers worden aangesloten.
De netwerksegmenten worden onderling gekoppeld door
middel van lijnversterkers. Elke lijnversterker fungeert als
een busdeelnemer binnen het segment waarin hij
geïnstalleerd is. Elke busdeelnemer in een bepaald netwerk
moet een uniek nodeadres hebben binnen alle segmenten.
Sluit elk segment aan beide uiteinden af met behulp van
de eindschakelaar (S801) van de frequentieregelaar of een
asymmetrisch afsluitweerstandsnetwerk. Gebruik altijd
afgeschermde kabels met gedraaide paren (STP – screened
twisted pair) voor de busbekabeling en werk altijd volgens
goede standaard installatiepraktijken.
Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de afscherming
voor elke busdeelnemer is voorzien van een aardver-
binding met lage impedantie, ook bij hoge frequenties.
Verbind een groot oppervlak van de afscherming met
aarde, bijvoorbeeld door middel van een kabelklem of een
geleidende kabelwartel. Gebruik waar nodig potentiaalver-
effeningskabels om in het gehele netwerk dezelfde
aardpotentiaal te handhaven, met name in installaties met
lange kabels.
Gebruik altijd hetzelfde type kabel binnen het gehele
netwerk om problemen met verschillende impedanties te
voorkomen. Gebruik altijd een afgeschermde motorkabel
om een motor aan te sluiten op de frequentieregelaar.
MG16C310
Design Guide
Kabel
Impedantie
Kabellengte
Tabel 14.2 Motorkabel
Op een regeling (of master) kunnen een of meer frequen-
tieregelaars worden aangesloten via de standaard RS485-
interface. Klem 68 wordt aangesloten op het P-signaal (TX
+, RX+), terwijl klem 69 wordt aangesloten op het N-
signaal (TX-, RX-). Zie de afbeeldingen in
hoofdstuk 10.16 EMC-correcte installatie.
Gebruik parallelle aansluitingen om meerdere frequentiere-
gelaars aan te sluiten op een master.
Afbeelding 14.2 Parallelle aansluitingen
Om mogelijke vereffeningsstromen in de afscherming te
vermijden, moet de kabelafscherming worden geaard via
klem 61, die via een RC-koppeling met het frame is
verbonden.
Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.
Afgeschermd met gedraaide paren (STP)
120 Ω
Maximaal 1200 m (3937 ft), inclusief
dropkabels.
Maximaal 500 m (1640,5 ft) station-tot-
station.
RS 232
68
69
68
69
+
USB
-
RS 485
68
69
14
14
231