Productfuncties
t [s]
2000
1000
600
500
400
300
200
100
60
50
5
5
40
30
20
10
1,0
Afbeelding 5.1 ETR-kenmerken
De X-as toont de verhouding tussen I
nominaal. De Y-as toont de tijd in seconden voordat het
ETR afvalt en de frequentieregelaar uitschakelt. De curves
tonen het karakteristieke nominale toerental, bij twee keer
het nominale toerental en bij 0,2 keer het nominale
toerental.
Bij lagere toerentallen voert het ETR bij een lagere warmte-
ontwikkeling een uitschakeling uit vanwege de
verminderde koeling van de motor. Op die manier is de
motor beschermd tegen oververhitting, ook bij lage
toerentallen. De ETR-functie berekent de motortempe-
ratuur op basis van de actuele stroom en het actuele
toerental. De berekende temperatuur kan worden
uitgelezen via parameter 16-18 Motor Thermal.
Voor Ex-e-motoren in ATEX-omgevingen is een speciale
versie van ETR beschikbaar. Deze functie maakt het
mogelijk om een specifieke curve in te voeren om de Ex-e-
motor te beschermen. Zie de programmeerhandleiding voor
setupinstructies.
5.2.4 Thermische motorbeveiliging voor Ex-
e-motoren
De frequentieregelaar is uitgerust met de functie ATEX ETR
thermische bewaking, voor gebruik met speciaal goedge-
keurde Ex-e-motoren volgens EN 60079-7. Bij gebruik van
een ATEX-goedgekeurde PTC-bewakingsvoorziening zoals
®
de VLT
PTC Thermistor Card MCB 112 hoeft de installatie
geen afzonderlijke goedkeuring te hebben van een
aangewezen instantie.
De functie ATEX ETR thermische bewaking maakt het
mogelijk om een Ex-e-motor te gebruiken in plaats van
een duurdere, grotere en zwaardere Ex-d-motor. De functie
zorgt ervoor dat de frequentieregelaar de motorstroom
begrenst om oververhitting te voorkomen.
24
1,2
1,4
1,6
1,8
2,0
en I
motor
Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.
®
VLT
HVAC Drive FC 102
Vereisten met betrekking tot de Ex-e-motor
•
•
fOUT = 1 x f M,N
fOUT = 2 x f M,N
LET OP
fOUT = 0,2 x f M,N
Installeer de frequentieregelaar buiten de explosiege-
vaarlijke omgeving.
IM
•
IMN
motor
•
Verzeker u ervan dat de Ex-e-motor is
goedgekeurd voor gebruik met een frequentiere-
gelaar in explosiegevaarlijke omgevingen (ATEX-
zone 1/21, ATEX-zone 2/22). De motor moet zijn
gecertificeerd voor de specifieke explosiege-
vaarlijke omgeving.
Installeer de Ex-e-motor in zone 1/21 of 2/22 van
de explosiegevaarlijke omgeving, op basis van de
motorgoedkeuring.
Verzeker u ervan dat de Ex-e-motor is uitgerust
met een volgens ATEX goedgekeurde beveiliging
tegen overbelasting van de motor. Deze
beveiliging bewaakt de temperatuur in de
motorwikkelingen. Bij een kritisch temperatuur-
niveau of een defect schakelt de beveiliging de
motor uit.
-
®
De VLT
PTC Thermistor Card MCB 112
voorziet in door ATEX goedgekeurde
bewaking van de motortemperatuur.
Het is een vereiste dat de frequentiere-
gelaar is uitgerust met 3-6 in serie
geschakelde PTC-thermistoren volgens
DIN 44081 of 44082.
-
Het is ook mogelijk om in plaats hiervan
een externe PTC-veiligheidsvoorziening
met ATEX-goedkeuring te gebruiken.
Een sinusfilter is vereist wanneer:
-
lange kabels (spanningspieken) of een
hogere netspanning spanningen
produceren die de maximaal toegestane
spanning op de motorklemmen
overschrijden
-
de minimale schakelfrequentie van de
frequentieregelaar niet voldoet aan de
door de motorfabrikant gespecificeerde
vereisten – de minimale schakelfre-
quentie van de frequentieregelaar in
parameter 14-01 Switching Frequency
wordt weergegeven als de standaard-
waarde.
MG16C310