Overwegingen voor elektrisc...
10.11 IT-net
Netvoeding geïsoleerd van aarde
Als de frequentieregelaar stroom ontvangt via een
geïsoleerde netbron (IT-net, driehoekschakeling (zwevend
of één zijde geaard)) of TT/TN-S met één zijde geaard,
wordt aanbevolen om de RFI-schakelaar uit te schakelen
via parameter 14-50 RFI Filter op de frequentieregelaar en
parameter 14-50 RFI Filter op het filter. Zie IEC 364-3 voor
meer informatie. In de uit-stand worden de filterconden-
satoren tussen het chassis en de DC-tussenkring
uitgeschakeld om schade aan de DC-tussenkring te
voorkomen en de aardcapaciteitsstromen te beperken, in
overeenstemming met IEC 61800-3.
Als optimale EMC-prestaties nodig zijn, parallelle motoren
zijn aangesloten of de motorkabel langer is dan 25 m (82
ft), adviseert Danfoss om parameter 14-50 RFI Filter in te
stellen op Aan. Zie ook Application Note, VLT on IT Mains.
Het is belangrijk om isolatiebewaking toe te passen die
geschikt is voor gebruik met vermogenselektronica (IEC
61557-8).
Danfoss raadt het af om een uitgangscontactor te
gebruiken voor 525-690 V-frequentieregelaars die zijn
aangesloten op een IT-net.
10.12 Rendement
Rendement van de frequentieregelaar (η
De belasting van de frequentieregelaar heeft weinig
invloed op het rendement. In het algemeen geldt dat het
rendement hetzelfde is bij de nominale motorfrequentie
f
, ongeacht of de motor 100% van het nominale
M,N
askoppel levert of slechts 75%, in geval van gedeeltelijke
belastingen.
Het rendement van de frequentieregelaar verandert niet
door het wijzigen van de U/f-karakteristieken. De U/f-
verhouding is echter wel van invloed op het rendement
van de motor.
Het rendement daalt enigszins als de schakelfrequentie is
ingesteld op een waarde boven 5 kHz. Het rendement zal
ook enigszins afnemen als de netspanning 480 V is of de
motorkabel langer is dan 30 m (98 ft).
Rendement frequentieregelaar berekenen
Bereken het rendement van de frequentieregelaar bij
verschillende toerentallen en belastingen op basis van
Afbeelding 10.25. De factor in deze grafiek moet worden
vermenigvuldigd met de relevante rendementsfactor die in
de specificatietabellen in hoofdstuk 7.1 Elektrische gegevens,
380-480 V en hoofdstuk 7.2 Elektrische gegevens, 525-690 V
staat vermeld.
MG16C310
Design Guide
1.01
1.0
0.99
0.98
0.97
0.96
0.95
0.94
0.93
0.92
Afbeelding 10.25 Typische rendementscurves
Voorbeeld: hierbij gaan we uit van een 160 kW,
380-480/500 V-frequentieregelaar bij een belasting van
25% en een toerental van 50%. Afbeelding 10.25 toont een
rendement van 0,97, terwijl het nominale rendement van
een 160 kW-frequentieregelaar 0,98 is. Het feitelijke
rendement is dan: 0,97 x 0,98 = 0,95.
Rendement van de motor (η
Het rendement van een motor die is aangesloten op de
frequentieregelaar, hangt af van het magnetiseringsniveau.
Over het algemeen is het rendement even goed als bij
werking op het net. Het motorrendement is afhankelijk van
het type motor.
)
VLT
In het bereik van 75-100% van het nominale koppel zal het
motorrendement bijna constant zijn, zowel bij aansluiting
op de frequentieregelaar als bij werking direct op het net.
Bij gebruik van kleine motoren is de invloed van de U/f-
karakteristiek op het rendement marginaal. Bij gebruik van
motoren vanaf 11 kW (15 pk) zijn de voordelen echter
aanzienlijk.
De schakelfrequentie is gewoonlijk niet van invloed op het
rendement van kleine motoren. Voor motoren vanaf 11 kW
(15 pk) neemt het rendement toe (1-2%) doordat de
sinusvorm van de motorstroom bij hoge schakelfrequenties
bijna perfect is.
Rendement van het systeem (η
Om het systeemrendement te berekenen, moet het
rendement van de frequentieregelaar (η
vermenigvuldigd met het rendement van de motor
(η
MOTOR
η
SYSTEM
Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.
0%
50%
100%
% Speed
100% load
75% load
)
MOTOR
SYSTEM
):
= η
x η
VLT
MOTOR
150%
200%
50% load
25% load
10
)
) worden
VLT
193
10