Overwegingen voor elektrisc...
WAARSCHUWING
BRANDGEVAAR
Remweerstanden worden tijdens en na het remmen heet.
Als de remweerstanden niet op een veilige locatie
worden gemonteerd, kan dat leiden tot schade aan
eigendommen en/of ernstig letsel.
•
Plaats de remweerstand in een veilige
omgeving, om brandgevaar te voorkomen.
•
Raak de remweerstanden tijdens of na het
remmen niet aan, om ernstige brandwonden te
voorkomen.
10.8.2 Regeling met remfunctie
Er kan een relaisuitgang/digitale uitgang worden gebruikt
om de remweerstand tegen overbelasting oververhitting te
beschermen door een fout in de frequentieregelaar te
genereren. Als de rem-IGBT overbelast of oververhit raakt,
schakelt het relais-/digitale signaal van de rem naar de
frequentieregelaar de rem-IGBT uit. Dit relais-/digitale
signaal biedt geen bescherming tegen kortsluiting in de
rem-IGBT of een aardfout in de remmodule of de
bedrading. Als er in de rem-IGBT kortsluiting ontstaat,
adviseert Danfoss om een voorziening te gebruiken die de
rem loskoppelt.
De rem maakt het ook mogelijk om het momentane
vermogen en het gemiddelde vermogen van de laatste
120 seconden uit te lezen. De rem kan het remvermogen
bewaken en ervoor zorgen dat de in parameter 2-12 Brake
Power Limit (kW) ingestelde begrenzing niet wordt
overschreden. De instelling in Parameter 2-13 Brake Power
Monitoring bepaalt welke functie wordt uitgevoerd als het
vermogen dat naar de remweerstand wordt overgebracht,
de in parameter 2-12 Brake Power Limit (kW) ingestelde
begrenzing overschrijdt.
LET OP
De bewaking van het remvermogen is geen veiligheids-
functie; voor dat doel is een thermische schakelaar naar
een externe contactor nodig. Het remweerstandcircuit
beschikt niet over aardlekbeveiliging.
Als alternatieve remfunctie kunt in parameter 2-17 Over-
voltage Control een overspanningsbeveiliging (OVC)
inschakelen. Deze functie is actief voor alle eenheden en
zorgt ervoor dat als de DC-tussenkringspanning toeneemt,
ook de uitgangsfrequentie wordt verhoogd om de
spanning van de DC-tussenkring te beperken, zodat
uitschakeling (trip) wordt vermeden.
MG16C310
Design Guide
LET OP
OVC kan niet worden geactiveerd bij gebruik van een
PM-motor wanneer parameter 1-10 Motor Construction is
ingesteld op [1] PM, niet uitspr. SPM.
10.9 Reststroomapparaten (RCD) en
Maak gebruik van RCD-relais, meervoudige veiligheids-
aarding of aarding als extra beveiliging, op voorwaarde dat
ze voldoen aan de lokale veiligheidsvoorschriften.
Een aardingsfout kan in de ontladingsstroom een gelijk-
stroom veroorzaken. Als RCD-relais worden gebruikt,
moeten die voldoen aan de lokale voorschriften. De relais
moeten geschikt zijn om 3-faseapparatuur met een
bruggelijkrichter en een korte ontladingsstroom bij het
inschakelen te beschermen. Zie hoofdstuk 10.10 Lekstroom
voor meer informatie.
10.10 Lekstroom
Volg de nationale en lokale voorschriften op ten aanzien
van de veiligheidsaarding van apparatuur met een
lekstroom groter dan 3,5 mA.
Frequentieregelaartechnologie brengt hoogfrequent
schakelen bij hoog vermogen met zich mee. Dit
hoogfrequent schakelen genereert een lekstroom in de
aardverbinding.
De aardlekstroom bestaat uit meerdere componenten en
hangt af van diverse systeemconfiguraties, waaronder:
•
•
•
•
Leakage current
Afbeelding 10.21 Invloed van motorkabellengte en
vermogensklasse op de lekstroom. Vermogensklasse a >
vermogensklasse b
Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.
isolatieweerstandsmonitor (IRM)
RFI-filters
Lengte motorkabel
Afscherming motorkabel
Vermogen van frequentieregelaar
10
10
a
b
Motor cable length
191