Overwegingen voor mechanisc...
Automatische reductie
Als de volgende bedrijfscondities zich voordoen, wijzigt de
frequentieregelaar automatisch de schakelfrequentie of het
schakelpatroon (PWM naar SFAVM) om overmatige warmte
in de behuizing te beperken:
•
Hoge temperatuur op de stuurkaart of het
koellichaam.
•
Hoge motorbelasting of laag motortoerental
•
Hoge DC-tussenkringspanning.
LET OP
Automatische reductie werkt anders wanneer
parameter 14-55 Output Filter is ingesteld op [2]
Sinusfilter vast.
9.6.1 Reductie wegens bedrijf bij lage
toerentallen
Wanneer een motor op een frequentieregelaar wordt
aangesloten, is het nodig om te controleren of de koeling
van de motor voldoende is. Het vereiste koelniveau hangt
af van de volgende factoren:
•
Belasting op de motor
9
9
•
Bedrijfstoerental
9.6.2 Reductie wegens hoogte
Bij een lage luchtdruk vermindert de koelcapaciteit van lucht. Voor hoogtes tot 1000 m (3281 ft) is geen reductie nodig.
Voor hoogtes boven 1000 m (3281 ft) moet de omgevingstemperatuur (T
verlaagd. Zie Afbeelding 9.8.
Max.I
(%)
out
at T
AMB, MAX
100%
96%
92%
Afbeelding 9.8 Reductie van de uitgangsstroom op basis van de hoogte bij T
In Afbeelding 9.8 is te zien dat bij een temperatuur van 41,7 °C (107 °F) 100% van de nominale uitgangsstroom beschikbaar
is. Bij 45 °C (113 °F) (T
166
T
AMB, MAX
at 100% I
HO
0 K
-3 K
-6 K
1 km
2 km
3 km
Altitude (km)
, MAX-3 K) is 91% van de nominale uitgangsstroom beschikbaar.
AMB
Danfoss A/S © 11/2017 Alle rechten voorbehouden.
®
VLT
HVAC Drive FC 102
•
Toepassingen met constant koppel
Bij toepassingen met een constant koppel kunnen er
problemen optreden bij lage toerentallen. Bij een
toepassing met constant koppel kan de motor bij lage
toerentallen oververhit raken, omdat de ingebouwde
ventilator van de motor minder koellucht levert.
Als de motor continu moet werken bij een toerental dat
lager is dan de helft van de nominale waarde, moet er
extra koellucht naar de motor worden gevoerd. Als extra
luchtkoeling niet mogelijk is, kan als alternatief een motor
worden gebruikt die speciaal is ontworpen voor toepas-
singen met een laag toerental/constant koppel.
Toepassingen met variabel (kwadratisch) koppel
In toepassingen met variabel koppel waarbij het koppel
evenredig is met het kwadraat van het toerental en het
vermogen evenredig is met de derde macht van het
toerental, is extra koeling of reductie van de motor niet
nodig. Bekende voorbeelden van toepassingen met
variabel koppel zijn centrifugaalpompen en -ventilatoren.
out
NO
-5 K
-8 K
-11 K
AMB MAX
Bedrijfstijd
) of de maximale uitgangsstroom (I
AMB
) worden
MAX
MG16C310