Inhoudsopgave
Advertenties
644-6787
Hoofdstuk 3
3. Bedieningsinstructies
Opmerking: De motor en het emissiebeheersings-
systeem dienen te worden bedreven, gebruikt en
onderhouden op basis van de geleverde aanwijzingen.
Als deze aanwijzingen niet worden opgevolgd kunnen
de
emissieprestaties
mogelijk
niet
voldoen
aan
de vereisten voor de betreffende categorie motor.
Het emissiebeheersingssysteem mag niet worden
gewijzigd of misbruikt. Bij onjuist bedrijf, gebruik of
onderhoud van het emissiebeheersingssysteem dient er
direct te worden ingegrepen om dit te herstellen.
Opmerking: Het gebruik indien de motor of het
emissiebeheersingssysteem defect is moet beperkt
worden tot het minimum dat nodig is om het vaartuig
of de apparatuur naar een veilige positie of toestand
te brengen. Het defect moet dan worden hersteld
voordat de motor weer in gebruik wordt genomen. Het
gebruiken van de motor met een defect kan leiden tot
uitlaatemissies die niet aan de eisen voldoen.
Diagnosesysteem van de motor
De motor heeft een ingebouwd diagnosesysteem om
te verzekeren dat de motorsystemen juist functioneren.
De gebruiker wordt over een probleem geïnformeerd
door een "Stop of waarschuwing" lamp. Onder
bepaalde omstandigheden kunnen het motorvermogen
en de snelheid van het vaartuig beperkt worden.
Het elektronische onderhoudstool kan worden gebruikt
voor het weergeven van de diagnosecodes.
Er zijn drie soorten diagnosecodes:actief, gelogd en
gebeurtenis (active, logged & event).
De
meeste
diagnosecodes
worden
gelogd
en
opgeslagen in de ECM. Zie de Foutzoeken gids voor
meer informatie.
De ECM heeft een elektronische regelaar die de
uitstroom van de injector regelt om het gewenste
motortoerental te handhaven.
Opmerking: Om de emissieprestaties van de motor
te handhaven moet het geplande onderhoud worden
uitgevoerd. Bij het nalaten hiervan kunnen de emissies
mogelijk niet meer voldoen aan de eisen.
Motor inlopen
Een nieuwe motor hoeft niet geleidelijk te worden
ingelopen. Als de motor in het begin van zijn levenscyclus
langdurig onder geringe belasting werkt, bestaat de
kans dat er smeerolie in het uitlaatsysteem terechtkomt.
Een nieuwe motor kan maximaal worden belast zodra
deze in bedrijf wordt gesteld en de koelvloeistof een
temperatuur van minstens 60
C (140
F) heeft bereikt.
O
O
Pagina 31
Advertenties
Inhoudsopgave
