Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Onderdeelnummer 476-5303
NL
®
Gebruikershandleiding en
informatie over installatie
E70M Hulpmotor voor vaartuigen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Perkins E70M

  • Pagina 1 Onderdeelnummer 476-5303 ® Gebruikershandleiding en informatie over installatie E70M Hulpmotor voor vaartuigen...
  • Pagina 3: Dieselmotor Met Turbocompressor En Nakoeler En Met 6 Cilinders Voor Hulptoepassingen In De Scheepvaart

    © Deze informatie blijft eigendom van Wimborne Marine Power Centre, alle rechten voorbehouden. Deze informatie was correct op het moment van drukgang. Gepubliceerd door Wimborne Marine Power Centre, april 2022 Wimborne Marine Power Centre, Wimborne, Dorset, Engeland BH21 7PW Tel:+44(0)1202 796000 E-mail: Marine@Perkins.com www.perkins.com/marine...
  • Pagina 4 476-5303 Voorwoord Dank u voor de aanschaf van de E70M scheepsdieselmotor van Perkins. Deze handleiding bevat gegevens over de juiste installatie, het gebruik en onderhoud van uw Perkins-motor. De informatie in deze handleiding is correct ten tijde van het ter perse gaan van de handleiding.
  • Pagina 5: Algemene Veiligheidsmaatregelen

    476-5303 Titel Algemene veiligheidsmaatregelen Het is belangrijk om de volgende voorzorgsmaatregelen corrosie kan veroorzaken in het gesloten circuit van het koelsysteem. in acht te nemen. Daarnaast moet u op de hoogte zijn van de plaatselijke wet- en regelgeving van het land •...
  • Pagina 6: Belangrijke Veiligheidsinformatie

    Als gereedschap, een procedure, werkmethode of bedieningstechniek wordt gebruikt die niet specifiek door Perkins wordt aanbevolen, moet u zich ervan verzekeren dat deze veilig is voor uzelf en voor anderen. U dient zich er ook van te verzekeren dat u bevoegd bent om deze werkzaamheden te verrichten en dat het product niet beschadigd raakt of onveilig zal worden gemaakt door de bedienings-, smeer-, onderhouds- of reparatieprocedures die u kiest.
  • Pagina 7: Inhoudsopgave

    476-5303 Inhoudsopgave Chapter page Belangrijke veiligheidsinformatie ..................6 Gebruikersinformatie 1. Motoraanzichten ..................1 Inleiding ..........................1 Plaats van motoronderdelen.....................1 Voor- en rechterzijaanzicht ..................1 2. Algemene informatie ................3 Inleiding ..........................3 Veiligheidskennisgevingen ..................3 Instructies voor motoronderhoud ..................4 Garantie op de motor......................5 Identificatie van de motor ....................5 Contactgegevens......................6 De hele generatorset opheffen ..................7 De motor alleen opheffen ..................7...
  • Pagina 8 Inhoudsopgave 476-5303 Elke 1500 bedrijfsuren ..................17 Elke 2000 bedrijfsuren ..................17 Elke 3000 bedrijfsuren ..................17 Elke 3000 bedrijfsuren of 3 jaar ................17 Elke 4000 bedrijfsuren ..................17 Elke 6000 bedrijfsuren of 3 jaar ................17 Koelvloeistof bijvullen .....................18 Koelvloeistof aftappen ....................18 Motoren met kielkoelers ..................19 De soortelijke dichtheid van de koelvloeistof controleren ..........19 Water aftappen uit het hulpwatersysteem ..............21 De rotor van de hulpwaterpomp controleren ..............22...
  • Pagina 9 476-5303 Inhoudsopgave Aanbevolen POWERPART-producten ................39 8. Algemene gegevens ................41 Informatie over garantie....................44 Informatie over installatie 9. Plaats van motorbevestigingspunten..........47 Voor- en rechterzijde .....................47 Achter- en linkerzijde .....................48 10. Inleiding ....................49 Motorvermogen ......................49 Motor ..........................50 Algemene opmerkingen over de belasting ..............50 11.
  • Pagina 10 Aansluiting aanbrengen ..................89 Configuratie van ECM ....................89 Elektronische onderhoudstools ..................89 Vereiste onderhoudstools ..................90 Optionele onderhoudstools ...................90 Perkins elektronische onderhoudstool................91 De elektronische onderhoudstool en de communicatieadapter II aansluiten ....92 Basisvereisten voor goede werking van motor ...............92 Elektrische schema's ....................101 Basis motorbedrading ..................102 Gasklep / lampen / ingangen bedrading .............103...
  • Pagina 11: Gebruikersinformatie

    Gebruikersinformatie...
  • Pagina 13: Motoraanzichten

    476-5303 Hoofdstuk 1 1. Motoraanzichten Inleiding Perkins-motoren zijn gebouwd voor specifieke toepassingen en onderstaande aanzichten hoeven niet noodzakelijkerwijs overeen te stemmen met de specificaties van uw motor. Plaats van motoronderdelen Voor- en rechterzijaanzicht Reservoir 10. Deksel brandstofopvoerpomp 11. Warmtewisselaar Vuldop koelvloeistof Ruwwateruitlaat 12.
  • Pagina 14 Hoofdstuk 1 476-5303 Achter- en linkerzijaanzicht 19. Sleepgaten (niet voor opheffen van motorsysteem) 20. Luchtfilterinlaat 21. Turbocompressor 22. Uitlaatflens 23. Wisselstroomdynamo 24. Hefpunt voor het hele aggregaatsysteem 25. Uitlaatspruitstuk 26. Oliefilter 27. Starter 28. Aftapplug van carter 29. Basisframe Pagina 2...
  • Pagina 15: Algemene Informatie

    476-5303 Hoofdstuk 2 2. Algemene informatie Inleiding De serie scheepsmotoren van Perkins vormt de laatste ontwikkeling van de Perkins Group of Companies in samenwerking met het Wimborne Marine Power Centre. Deze motoren zijn bedoeld voor gebruik in pleziervaartuigen en commerciële vaartuigen.
  • Pagina 16: Instructies Voor Motoronderhoud

    De Perkins-dealers beschikken over personeel dat hiervoor is gekwalificeerd. U kunt zich ook wenden tot een Perkins-dealer voor onderdelen en service. Als u niet weet waar voor u de dichtstbijzijnde dealer is, informeer hier dan naar bij het Wimborne Marine Power Centre.
  • Pagina 17: Garantie Op De Motor

    Indien aanspraak op de garantie moet worden gemaakt, dient de booteigenaar zich te richten tot de dichtstbijzijnde Perkins-leverancier of een erkende dealer. Als het moeilijk is een Perkins-leverancier of een erkende dealer te vinden, moet u contact opnemen met de afdeling Sales and Customer Support van het Wimborne Marine Power Centre.
  • Pagina 18: Contactgegevens

    Hoofdstuk 2 476-5303 Contactgegevens Wimborne Marine Power Centre Ferndown Industrial Estate Wimborne Dorset BH21 7PW Engeland Telefoon +44 (0)1202 796000 www.Perkins.com/marine Pagina 6...
  • Pagina 19: De Hele Generatorset Opheffen

    5 bedragen, zoals getoond in afb. 3. Neem in geval van twijfel contact op met uw Perkins- dealer voor informatie over bevestigingen voor het hele samenstel. De motor alleen opheffen Opmerking: als de motor alleen wordt opgeheven, moet de hulpaandrijving correct worden ondersteund.
  • Pagina 20 Hoofdstuk 2 476-5303 Pagina 8...
  • Pagina 21: Bedieningsinstructies

    F), barometerdruk 100 kPa (29,5 in Hg), relatieve vochtigheid 30%, maximale uitlaatgastegendruk 15 kPa, maximale inlaatrestrictie 5 kPa. Neem voor gebruik buiten deze omstandigheden contact op met uw Perkins-contactpersoon. De door Perkins vermelde prestatietolerantie is ± 5%. Elektrische classificaties gaan vermogensfactor van 0,8 en een generatorefficiëntie...
  • Pagina 22: Bedrijfshoek

    Hoofdstuk 3 476-5303 Bedrijfshoek Deze motoren zijn ontworpen om met de cilinders verticaal te worden gemonteerd, gezien van voren of achteren. De toegestane bedrijfshoeken zijn 20 met de neus omhoog, hiel 25 constant en 30 intermitterend. Pagina 10...
  • Pagina 23: Motorvloeistoffen

    476-5303 Hoofdstuk 4 4. Motorvloeistoffen Brandstofsysteem Brandstofdebiet ........................205 g/bkW/u, 220 g/bkW/u, 231 g/bkW/u, 242 g/bkW/u Brandstofdebiet ............................26,4 kg/u, 23,9 kg/u, 18,8 kg/u, 15,8 kg/u Brandstofopvoerpomp ................................4,0 L/min (63,3 gal/u) Statische opvoerhoogte brandstofdruk ..............................2 m (6,5 ft) Vernauwing brandstofleidingen (max.) ...........................30 kPa (8,8 in Hg) (4,4 psi) Brandstoftemperatuur opvoerpomp in (max.) ............................
  • Pagina 24: Specificatie Van De Smeerolie

    Hoofdstuk 4 476-5303 Specificatie van de smeerolie Gebruik uitsluitend smeerolie van goede kwaliteit die gelijkwaardig is aan of beter dan de minimumspecificaties in onderstaande tabel. De doelspecificaties voor de olie zijn: Motortype Specificatie E70 TAGM API-CJ4 De olieverversingsinterval is 500 uur. Voorzichtig: het type smeerolie dat moet worden gebruikt, kan worden beïnvloed door de kwaliteit van de beschikbare brandstof.
  • Pagina 25: Specificatie Van De Koelvloeistof

    476-5303 Hoofdstuk 4 Specificatie van de koelvloeistof De kwaliteit van de gebruikte koelvloeistof heeft een groot effect op de efficiency en de levensduur van het koelsysteem. Onderstaande aanbevelingen kunnen ertoe bijdragen dat het koelsysteem in goede staat blijft en wordt beschermd tegen vorst en/of corrosie. Als de correcte procedures niet worden nageleefd, kan Wimborne Marine Power Centre niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van vorst of...
  • Pagina 26 Hoofdstuk 4 476-5303 Pagina 14...
  • Pagina 27: Regelmatig Onderhoud

    476-5303 Hoofdstuk 5 5. Regelmatig onderhoud Tijdstippen voor onderhoud Deze tijdstippen voor preventief onderhoud gelden voor gemiddelde gebruiksomstandigheden. Houd u aan de tijdstippen die zijn opgegeven door de fabrikant van het vaartuig waarin de motor is geïnstalleerd. Indien nodig moet u de perioden tussen de onderhoudsbeurten verkorten.
  • Pagina 28: Onderhoudsschema

    Hoofdstuk 5 476-5303 Onderhoudsschema De onderhoudsbeurten moeten volgens onderstaand schema worden uitgevoerd op het aangegeven interval (uren of maanden), waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Indien nodig • Accu vervangen • Accu of accukabel loskoppelen • Motor reinigen • Brandstofsysteem voorvullen (primen) •...
  • Pagina 29: Elke 1500 Bedrijfsuren

    476-5303 Hoofdstuk 5 • Riem inspecteren • Waterpomp inspecteren Elke 1500 bedrijfsuren • Ontluchting motorkrukas vervangen Elke 2000 bedrijfsuren • Motormontage inspecteren • Warmtewisselaar inspecteren • Startmotor inspecteren • Turbocompressor inspecteren • Dichtheid koelvloeistof controleren • Dynamo inspecteren Elke 3000 bedrijfsuren •...
  • Pagina 30: Koelvloeistof Bijvullen

    Hoofdstuk 5 476-5303 Koelvloeistof bijvullen WAARSCHUWING Als tijdens een onderhoudsbeurt koelvloeistof moet worden bijgevuld, moet u de motor eerst laten afkoelen. De vuldop langzaam verwijderen omdat er koelvloeistof naar buiten kan spuiten als de koelvloeistof nog heet is en het systeem onder druk staat.
  • Pagina 31: Motoren Met Kielkoelers

    476-5303 Hoofdstuk 5 5. Breng een etiket aan op een geschikte plaats om aan te geven dat de koelvloeistof is afgetapt. Voorzichtig: de koelvloeistof kan niet volledig worden afgetapt uit het gesloten koelsysteem. Als de koelvloeistof is afgetapt om de motor op te slaan of tegen vorst te beschermen, moet het systeem opnieuw worden gevuld met een goedgekeurd antivriesmengsel.
  • Pagina 32 Hoofdstuk 5 476-5303 Perkins antivries met een concentratie van 50% beschermt tegen bevriezing tot een temperatuur van C (-31 F). Het biedt ook bescherming tegen corrosie. Dit is met name belangrijk als het koelvloeistofcircuit aluminium onderdelen bevat. Tabel voor soortelijke dichtheid...
  • Pagina 33: Water Aftappen Uit Het Hulpwatersysteem

    476-5303 Hoofdstuk 5 Water aftappen uit het hulpwatersysteem Voorzichtig: het hulpwatersysteem kan niet volledig worden afgetapt. Als het water is afgetapt om de motor op te slaan of tegen vorst te beschermen, moet het systeem opnieuw worden gevuld met een goedgekeurd antivriesmengsel.
  • Pagina 34: De Rotor Van De Hulpwaterpomp Controleren

    Hoofdstuk 5 476-5303 De rotor van de hulpwaterpomp controleren Voorzichtig: als de rotor wordt gecontroleerd, moet het filter in de uitlaatslang van de hulpwaterpomp ook worden gecontroleerd. 1. Controleer of de buitenboordkraan is dichtgedraaid. 2. Draai de vier bouten (afbeelding 11 item 1) los waarmee de eindplaat van de ruwwaterpomp is vastgezet en verwijder de plaat.
  • Pagina 35: Aandrijfriem Van De Wisselstroomdynamo Controleren

    476-5303 Hoofdstuk 5 Aandrijfriem van de wisselstroomdynamo controleren WAARSCHUWING De motoren zijn voorzien van een bescherming tegen de ventilator van de wisselstroomdynamo en de aandrijfriem. Zorg ervoor dat deze bescherming is geplaatst voordat de motor wordt gestart. Opmerking: de motor kan mogelijk automatisch starten. Zorg ervoor dat de motor van de voeding is gescheiden voordat onderhouds-...
  • Pagina 36: Aandrijfriem Van De Wisselstroomdynamo Vervangen

    Hoofdstuk 5 476-5303 3. Inspecteer de riem. Controleer of de riemspanner stevig is bevestigd. Controleer de riemspanner (item 1) visueel op beschadiging. Controleer of de poelie op de spanner vrij kan draaien en of het lager niet los is. Beschadigde onderdelen moeten worden vervangen.
  • Pagina 37: De Warmtewisselaar/Nakoeler Reinigen

    476-5303 Hoofdstuk 5 • Oververhitting van de motor • Overmatige drukdaling tussen de waterinlaat en de wateruitlaat Een gebruiker die bekend is met de normale bedrijfstemperatuur koelvloeistof beoordelen of de koelvloeistoftemperatuur buiten het normale bereik valt. Als de motor oververhit raakt, moet de warmtewisselaar worden geïnspecteerd en onderhouden.
  • Pagina 38: Demontage

    Hoofdstuk 5 476-5303 Demontage Volg stap 1 t/m 8 onder ‘Warmtewisselaar/nakoeler reinigen’. 1. Verwijder de O-ringafdichting (afbeelding 21 item 1) en de buizen (item 2). 2. Draai de bouten (afbeelding 22 item 3) los en verwijder de behuizing van de warmtewisselaar (item 1).
  • Pagina 39: De Conditie Van De Kielgekoelde Nakoeler Controleren

    476-5303 Hoofdstuk 5 De conditie van de kielgekoelde nakoeler controleren Het interval voor onderhoud van de kielgekoelde buizen- nakoeler is afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden van het vaartuig en van de bedrijfstijd. Het zeewater dat door de warmtewisselaar stroomt en het aantal bedrijfsuren van het vaartuig beïnvloeden de volgende zaken: •...
  • Pagina 40: Als De Buizen Vettig Zijn

    Hoofdstuk 5 476-5303 Als de buizen vettig zijn 1. Ontvetten met behulp van oplosmiddel of door te wassen met warm alkalisch detergens dat gebruikt mag worden op aluminium. 2. Spoelen met water en aan de lucht laten drogen. Als de buizen niet vettig zijn. 1.
  • Pagina 41: Het Element Van Het Primaire Brandstoffilter Vervangen (Simplex)

    476-5303 Hoofdstuk 5 Het element van het primaire brandstoffilter vervangen (simplex) WAARSCHUWING Brandstof die lekt of die is gemorst op een heet oppervlak of op elektrische onderdelen kan brand veroorzaken. Schakel het contactslot uit tijdens het verwisselen van brandstoffilters of waterafscheiders om mogelijk letsel te voorkomen.
  • Pagina 42: Het Element Van Het Secundaire Brandstoffilter Vervangen

    Hoofdstuk 5 476-5303 5. Gebruik zo nodig een kettingtang om de oude bus (item 3) te verwijderen. Opmerking: het nieuwe filter niet voorvullen. 6. Draai aan de nieuwe bus totdat de O-ring (item 2) contact maakt met het afdichtingsoppervlak. Draai de bus vervolgens een extra 3/4 slag.
  • Pagina 43: Smeerolie Van De Motor Verversen

    476-5303 Hoofdstuk 5 Voorbeeld 1. De motor kan mogelijk automatisch starten. Zorg ervoor dat de motor is geïsoleerd voordat er onderhouds- of reparatiewerkzaamheden worden uitgevoerd. 2. Schakel de brandstoftoevoerklep uit voordat u dit onderhoud gaat uitvoeren. 3. Gebruik een kettingtang om de oude bus (afbeelding 29 item 2) te verwijderen.
  • Pagina 44 Hoofdstuk 5 476-5303 5. Reinig de omgeving van de vuldop op de kap van de tuimelaar. 6. Verwijder de vuldop (afbeelding 31 item 1). 7. Vul het carter met de juiste hoeveelheid motorolie. Geef de olie genoeg tijd om in het carter te stromen. Verwijder de peilstok (afbeelding 32 item 1) en controleer of de olie de VOL-markering heeft bereikt.
  • Pagina 45: De Bus Van Het Smeeroliefilter Vervangen

    476-5303 Hoofdstuk 5 De bus van het smeeroliefilter vervangen WAARSCHUWING Voer de oude filterbus en de afgewerkte smeerolie af naar een veilige plaats overeenkomstig de plaatselijke wettelijke voorschriften. 1. Plaats een opvangbak onder of een plastic zak rond het filter om gemorste smeerolie op te vangen. 2.
  • Pagina 46: Bus Van De Motorontluchter Vervangen

    Hoofdstuk 5 476-5303 Bus van de motorontluchter vervangen 1. Draai de ontluchterdop (afbeelding 35 item 1) linksom en verwijder de dop van de behuizing. 2. Verwijder de filterbus (afbeelding 36 item 1) en gooi deze weg. 3. Monteer een nieuwe filterbus. 4.
  • Pagina 47: Het Luchtfilter Inspecteren En Vernieuwen

    476-5303 Hoofdstuk 5 Het luchtfilter inspecteren en vernieuwen De vervuilingsindicator (afbeelding 38) geeft aan wanneer het luchtfilterelement moet worden vervangen. Over de levensduur van het filter beweegt de veerbelaste indicator in de richting van het rode vlak. Het filter moet worden vervangen wanneer het rode vlak wordt bereikt.
  • Pagina 48: De Conditie Van De Trillingsdemper Controleren

    Hoofdstuk 5 476-5303 De conditie van de trillingsdemper controleren Voorzichtig: een trillingsdemper moet worden vervangen als er schade aan de behuizing is, of als er viskeuze vloeistof uit de afdekplaat lekt. Toegang tot de trillingsdemper (afbeelding 40 item 1) wordt verkregen door de 4 bouten (item 2) te verwijderen, terwijl de riemkap op zijn plaats wordt gehouden.
  • Pagina 49: Conservering Van De Motor

    476-5303 Hoofdstuk 6 6. Conservering van de motor Inleiding Onderstaande aanbevelingen zijn bedoeld om schade aan de motor te voorkomen als deze voor langere tijd, 3 maanden of langer, uit bedrijf wordt genomen. Volg deze procedures als de motor uit bedrijf moet wordt genomen. De gebruiksaanwijzingen voor POWERPART-producten staan op elke verpakking.
  • Pagina 50: Antivries Toevoegen Aan Het Hulpwatersysteem Als De Motor Wordt Opgeslagen

    Hoofdstuk 6 476-5303 Om de motor tegen corrosie te beschermen, moet u hierop POWERPART Lay-Up 3 spuiten. Zorg ervoor dat u dit niet spuit in de binnenkant van de koelventilator van de wisselstroomdynamo. Voorzichtig: na een opslagperiode mag u de motor pas starten nadat u de startmotor hebt laten draaien met de stopschakelaar in de stand Stop totdat de oliedruk wordt aangegeven.
  • Pagina 51: Onderdelen En Onderhoud

    Perkins-dealers bieden op locatie training in de bediening, het onderhoud en de revisie van motoren. Als speciale training is vereist, kan uw Perkins-dealer vertellen hoe u deze kunt krijgen bij Wimborne Marine Power Centre of het Perkins Customer Training Department, Peterborough, of bij een ander centrum.
  • Pagina 52 Hoofdstuk 7 476-5303 POWERPART RTV-siliconen afdichtings- en naadpasta. Siliconenrubberafdichting ter voorkoming van lekkage via spleten. Momenteel Hylosil. POWERPART Bout- en lagerborging Zorgt voor zeer sterke afdichting van onderdelen met een lichte klempassing. POWERPART Schroefdraad- en moerborging Om kleine bevestigingen te borgen als deze snel moeten worden verwijderd.
  • Pagina 53: Algemene Gegevens

    476-5303 Hoofdstuk 8 Marine Gen Set Power 8. Algemene gegevens Perkins E70 TAGM Auxiliary Performance Basic Technical Data Typical Average Sound Pressure Level at 1 Metre Number of Cylinders 1500 rev/min = 86.5 dBA ( Complete with a Typical Alternator) 1800 rev/min = 88.9...
  • Pagina 54 Marine Gen Set Power Perkins E70 TAGM Auxiliary Hoofdstuk 8 476-5303 Type of Operation and Application Item Units Prime Power 110% Tag1 Tag2 Tag3 Tag4 Tag1 Tag2 Tag3 Tag4 1800 Engine Speed rev/min Net Engine Power 129.0 164.0 191.3 218.6 141.3...
  • Pagina 55 Marine Gen Set Power Perkins E70 TAGM Auxiliary 476-5303 Hoofdstuk 8 Fuel consumption Lubricating oil pressure Relief valve opens 415-470 kPa At maximum rated speed 500+/-100 kPa Fuel Consumption Prime Power Rating 1500 RPM (50 Normal oil temperature 110°C Max continuous oil temperature 125°C...
  • Pagina 56: Informatie Over Garantie

    Hoofdstuk 8 476-5303 Informatie over garantie Perkins garandeert de uiteindelijke koper en elke navolgende koper dat de nieuwe scheepsdieselmotoren tot 18,5 liter per cilinder (exclusief Niveau 1 en Niveau 2 motoren van minder dan 50 kW) die worden gebruikt en onderhouden in de Verenigde Staten, inclusief alle...
  • Pagina 57: Informatie Over Installatie

    Informatie over installatie...
  • Pagina 59: Plaats Van Motorbevestigingspunten

    476-5303 Hoofdstuk 9 9. Plaats van motorbevestigingspunten Voor- en rechterzijde Vuldop koelvloeistof Reservoir Ruwwaterinlaat Zoetwaterafvoerpunt Brandstofterugvoer Hefpunt voor het hele systeem Secundair brandstoffilter Primair brandstoffilter Hefpunt voor het hele systeem 10 Brandstofinlaat 11 Luchtinlaat 12 Ontluchter van carter 13 Ruwwateruitlaat Pagina 47...
  • Pagina 60: Achter- En Linkerzijde

    Hoofdstuk 9 476-5303 Achter- en linkerzijde 14 Hefpunt voor het hele systeem 15 Starter. 16 Aftapkraan voor motorolie. 17 Oliefilter. 18 Hefpunt voor het hele systeem 19 Wisselstroomdynamo. 20 Uitlaataansluiting. 21 Peilstok. 22 Luchtfilterindicator 23 4 sleepgaten (niet voor opheffen van het hele samenstel) Pagina 48...
  • Pagina 61: 10. Inleiding

    476-5303 Hoofdstuk 10 10. Inleiding Motorvermogen De meest fundamentele factor voor de correcte grootte van een hulpaggregaat is het vereiste motorvermogen. gebruiker vereiste motorvermogen inschatten door te kijken naar de elektrische belasting die waarschijnlijk zal worden toegepast op de AC- generator.
  • Pagina 62: Motor

    Hoofdstuk 10 476-5303 Motor De motorvermogens worden vastgesteld volgens de standaard referentieomstandigheden van de norm ISO 3046-1, luchttemperatuur 25 C (77 F), barometerdruk 100 kPa (29,5 in Hg), relatieve vochtigheid 30%. Als de motor wordt gebruikt in omgevingsomstandigheden die afwijken van de beproevingsomstandigheden, dan moeten relevante aanpassingen worden gemaakt voor eventuele veranderingen in de inlaattemperatuur.
  • Pagina 63 476-5303 Hoofdstuk 10 op of zeer dicht bij de vermogensfactor 1 zijn onder meer de meeste vormen van verlichting, gelijkrichters en thyristors - in feite elke belasting zonder een inductiespoel (motor). In het algemeen kunnen alle huishoudelijke belastingen worden beschouwd als vermogensfactor 1, aangezien alle motoren (wasmachine, koelkast, etc.) slechts een klein deel van de belasting uitmaken, omdat het motorvermogen van deze slechts fractioneel is.
  • Pagina 64 Hoofdstuk 10 476-5303 Pagina 52...
  • Pagina 65: 11. Plaatsen Van De Motor

    476-5303 Hoofdstuk 11 11. Plaatsen van de motor Voorzichtig: er moet voldoende ruimte rond de motor zijn om contact met de omringende constructie van het vaartuig te vermijden en beschadigingen te voorkomen. Voorzichtig: de minimale en maximale installatiehoek in deze installatiehandleiding niet overschrijden. Voorzichtig: door de eindgebruiker geleverde bevestigingen moeten voldoen aan de specificaties van de fabrikant.
  • Pagina 66: Het Hele Aggregaatsysteem Opheffen

    5 bedragen, zoals getoond in (afbeelding 5). Neem in geval van twijfel contact op met uw Perkins- dealer voor informatie over bevestigingen voor het hele samenstel. De motor alleen opheffen...
  • Pagina 67: Aftakas (Optie)

    476-5303 Hoofdstuk 11 Aftakas (optie) Montage-instructies voor aftakas WAARSCHUWING Alle bewegende delen moeten om veiligheidsredenen afgeschermd zijn. Voorzichtig: de belasting moet geleidelijk en niet plotseling worden toegepast. De maximale belastbaarheid is 100%. Opmerking: de aftakas moet worden gemonteerd door een gekwalificeerde scheepswerktuigkundige. Opmerking: verwijder vóór de installatie alle verfresten Afbeelding 7 van de raakvlakken.
  • Pagina 68: Riemaandrijving

    Hoofdstuk 11 476-5303 De manier waarop de extra machines worden gemonteerd, is belangrijk om spanningen op het hulpaggregaat en vaartuig te voorkomen. Riemaandrijving Voorzichtig: voeg geen extra inertie toe aan de aftakas zonder advies van een deskundige. Raadpleeg leverancier voor advies over afwijkende aandrijvingsopstellingen.
  • Pagina 69: Asaandrijving

    476-5303 Hoofdstuk 11 Asaandrijving Voorzichtig: voeg geen extra inertie toe aan de aftakas zonder advies van een deskundige. Raadpleeg leverancier voor advies over afwijkende aandrijvingsopstellingen. Voorzichtig: als de unit flexibele steunen gebruikt moet voorzichtig te werk worden gegaan om spanning op de neus van de krukas te voorkomen. Opmerking: het afgebeelde frame is geen fabrieksoptie.
  • Pagina 70: Polair Diagram

    Hoofdstuk 11 476-5303 Polair diagram Dit schema toont het laadvermogen van de voorkant van de krukas. De laadhoek, vanaf de voorkant van de motor gezien, wordt met de klok mee gemeten, waarbij 0° op één lijn ligt met het DPDZ. De radiale kracht (Newton) loopt radiaal naar buiten vanuit het midden van het diagram.
  • Pagina 71: Luchtstarter (Optie)

    476-5303 Hoofdstuk 11 Luchtstarter (optie) Voorzichtig: luchtturbinestarters zijn gevoelig voor doorstromingsbeperkingen en vereisen leidingen zonder vernauwingen. Zorg ervoor dat alle slangen en koppelingen een binnendiameter van minimaal 25 mm hebben en dat de diameter in de hele installatie gelijk is. Afbeelding 16 toont de optionele luchtstarter (item 1).
  • Pagina 72 Hoofdstuk 11 476-5303 Pagina 60...
  • Pagina 73: Ventilatie Van De Generatorkamer

    Afzuigventilator Inlaatlucht Inlaatroosters Een correcte luchtgeleiding is essentieel voor de correcte werking van Perkins-motoren en behuisde installaties. Zonder de juiste luchtgeleiding is het onmogelijk om de aanbevolen luchttemperatuur in de machinekamer constant te houden. Voor het ontwerpen van een ventilatiesysteem voor een machinekamer moet rekening worden gehouden met de onderstaande principes.
  • Pagina 74: Luchtstroom Voor Ventilatie

    Hoofdstuk 12 476-5303 • Waar mogelijk moeten uitlaatafzuigpunten direct boven de primaire hittebronnen worden aangebracht. Hierdoor wordt de hitte verwijderd voordat deze zich kan vermengen met de lucht in de machinekamer en de gemiddelde temperatuur kan verhogen. Merk op dat dit tevens vereist dat de toegevoerde ventilatielucht goed moet worden gedistribueerd rond de primaire hittebronnen.
  • Pagina 75: De Vereiste Luchtstroom Voor Ventilatie Berekenen

    Raadpleeg de technische informatie van Perkins voor gegevens over de warmteontkoppeling van de motor en de wisselstroomdynamo. stralingswarmte de motor is exclusief de stralingswarmte van het uitlaatsysteem.
  • Pagina 76 Hoofdstuk 12 476-5303 Pagina 64...
  • Pagina 77: 13. Uitlaatsystemen

    476-5303 Hoofdstuk 13 13. Uitlaatsystemen Het uitlaatsysteem behoort uitlaatgassen van de motor naar de atmosfeer af te voeren, terwijl tegelijkertijd een acceptabele tegendruk het geluid van de uitlaat tot een minimum beperkt en gaslekken en te hoge oppervlaktetemperaturen worden voorkomen, en terwijl enige beweging van de motor op flexibele steunen wordt toegelaten.
  • Pagina 78: Ondersteuning Van De Uitlaat

    Hoofdstuk 13 476-5303 Ondersteuning van de uitlaat Voorzichtig: gebruik nooit stijve beugels Het gewicht van het uitlaatsysteem moet worden gedragen door beugels en niet door de balgen, zoals getoond in afbeelding 20. Beugel met verbindingsstuk dat ruimte laat voor beweging door uitzetting van het uitlaatsysteem (horizontale uitlaatsystemen moeten...
  • Pagina 79: Keuze Van De Demper

    EPA bepaalde maximale waarde voor de motorconfiguratie en het vermogen, zoals die door Perkins wordt gehanteerd. De waarden kunnen worden gevonden in de "systeemgegevens", die vermeld staan in het TMI-systeem (Technical Marketing Information System) van Perkins.
  • Pagina 80: Bemonstering Van Uitlaatemissies

    Hoofdstuk 13 476-5303 Bemonstering van uitlaatemissies Indien nodig kunnen uitlaatemissies worden bemonsterd zonder risico van verdunning met lucht door middel van de 1/8” BSP of M14 x 1,5 aftakkingen die in de opties voor de droge en natte uitlaatbocht zijn opgenomen. Bovendien kunnen deze aftakkingen worden gebruikt om de uitlaattegendruk te meten zoals hierboven beschreven.
  • Pagina 81: 14. Brandstofsystemen

    476-5303 Hoofdstuk 14 14. Brandstofsystemen Brandstofaansluitingen Voorzichtig: zorg ervoor dat bij aanleg de flexibele brandstofslang niet in aanraking kan komen met machineonderdelen die de slang kunnen afschuren. Enkele veelvoorkomende redenen voor onder- houdsproblemen aan brandstofsystemen zijn het gebruik van slechte of niet geschikte connectoren waarin de drukdichtheid afhangt van het gebruik dichtende samenstellingen,...
  • Pagina 82 Hoofdstuk 14 476-5303 • De vuldop moet goed sluitend zijn zodat er onderweg geen water in de tank komt. • Er moet een ventilatiepijp op zitten en wel zodanig dat er geen water in de tank kan komen. • De tank moet een verzonken of hellende bodem hebben met een aftapkraantje, zodat water en bezinksel kunnen worden verwijderd.
  • Pagina 83: Voorbeelden Van Brandstofsystemen

    476-5303 Hoofdstuk 14 Voorbeelden van brandstofsystemen Afbeelding 21 Brandstoftank Waterscheider/voorfilter Hoofdbrandstoftoevoer Brandstofterugvoer Aftappunt Afbeelding 21 Afsluitkraan Afbeelding 22 Brandstoftank Hoofdbrandstoftoevoer Waterscheider/voorfilter Brandstofterugvoer Afvoerbuis Afsluitkranen Hoe eenvoudiger het brandstofsysteem, hoe beter het zal presteren. Afbeelding 21 toont een ideaal systeem. Voor sommige toepassingen is het wettelijk verplicht om Afbeelding 22 de brandstofleidingen aan de bovenkant van de tank aan te sluiten.
  • Pagina 84: Brandstofsystemen Met Dagtanks

    Hoofdstuk 14 476-5303 verbindingen worden gebruikt, met een flexibele gewapende rubberen slang voor aansluiting op de brandstofopvoerpomp. Afsluitkranen (item 6) kunnen eveneens worden aangebracht, indien nodig. Dit eenvoudige brandstofsysteem is geschikt wanneer een of meer motoren met een enkele brandstoftank worden gebruikt en kan ook worden gebruikt als er twee tanks zijn gebruikt voor één motor.
  • Pagina 85: Meerdere Brandstoftanks

    476-5303 Hoofdstuk 14 daarom mag de brandstofretourdruk, wanneer de motor onbelast op het nominale toerental draait, gemeten op het aansluitpunt op de generatorset, een meterdruk van 40 kPa (11,8 inch Hg) niet overschrijden. In de praktijk betekent dit dat de brandstofterugvoer naar de dagtank zich hoger dan 2,8 meter boven de krukas van de motor mag bevinden.
  • Pagina 86 Hoofdstuk 14 476-5303 Pagina 74...
  • Pagina 87: Koelsysteem Van De Motor

    476-5303 Hoofdstuk 15 15. Koelsysteem van de motor Motorkoeling Koeling met een warmtewisselaar vindt plaats wanneer de motor is voorzien van een 'zoet water' tot 'hulpwater' warmtewisselaar op de motor. Het zoete water in het gesloten circuit wordt geregeld via een thermostaat Wanneer deze wordt gesloten, zorgt een permanent aftapsysteem voor omloop van de warmtewisselaar, zodat de opwarmtijd van de motor wordt geminimaliseerd,...
  • Pagina 88: Ruwwatersystemen

    Hoofdstuk 15 476-5303 Afbeelding 28 toont het luchtkoelsysteem Motor Turbocompressor. Inlaatluchtkoeler. Radiateur. Ruwwatersystemen Voorzichtig: de maximale druk in de zeewaterpomp mag niet meer dan 15 kPa zijn. Opmerking: elke motor moet een afzonderlijke toevoer hebben. gemeenschappelijke toevoer wordt afgeraden. Afbeelding 28 Opmerking: gebruik het filter, waar mogelijk, zodat de bovenkant net boven de waterlijn uitsteekt, om reinigen te vereenvoudigen.
  • Pagina 89: Kielkoeling

    476-5303 Hoofdstuk 15 Doorstroomfilters zijn wenselijk. De filterzeven mogen niet groter zijn dan 1,6 mm (0,063 in) mesh voor gebruik in gesloten zeewatercircuits. De filteraansluitingen mogen niet kleiner zijn dan de aanbevolen leidingdiameter. De drukdaling kan worden aangegeven door een drukverschilmeter te gebruiken op de filters.
  • Pagina 90: Dimensionering Van De Koelers

    Hoofdstuk 15 476-5303 Dit systeem gebruikt een bundel buizen, pijpen of kanalen die zijn bevestigd buiten de romp en onder de waterlijn, om te dienen als warmtewisselaar. Op plaatsen met veel slib en rommel in het water, waardoor de buizen van de warmtewisselaar kunnen slijten of verstopt kunnen raken, verdienen kielkoelers de voorkeur over de standaard ruwwater warmtewisselaars die op de motor...
  • Pagina 91: Gegevens Over Warmteontkoppeling

    476-5303 Hoofdstuk 15 Gegevens over warmteontkoppeling Als vuistregel geldt dat de drukdaling op de koelroosters tussen 14-28 kPa (2 tot 4 psi) moet zijn bij bedrijf met de thermostaat geheel geopend. Dit kan worden bereikt door de watersnelheid beneden 0,46 m/s (5 ft/s) te houden.
  • Pagina 92: Ontluchting

    Hoofdstuk 15 476-5303 Ontluchting Voorzichtig: lucht in de koelvloeistof van de motor kan de volgende problemen veroorzaken: • Lucht versnelt corrosieproces motorwaterkanalen, hoge water- temperaturen kan leiden naarmate slib zich afzet op het oppervlak van de koeler, waardoor de warmteoverdracht afneemt. Vroegtijdig uitvallen van de motor kan het gevolg zijn.
  • Pagina 93: Externe Expansietank

    476-5303 Hoofdstuk 15 • Een drukdop van 50 kPa moet worden aangebracht om het systeem onder druk te zetten. • 3% tot 5% van de totale systeeminhoud voor expansieverlies. • totale systeeminhoud voor volumeverlies bij heet uitschakelen. • 5% van de totale systeeminhoud voor het bedrijfsvolume.
  • Pagina 94 Hoofdstuk 15 476-5303 Vul bij met een 20% antivriesoplossing voor normaal bedrijf (50% voor extreme omstandig- heden) tot aan het maximum op het kijkglas (afbeelding 36). Afbeelding 35 Afbeelding 36 Pagina 82...
  • Pagina 95: 16. Elektrisch Systeem

    476-5303 Hoofdstuk 16 16. Elektrisch systeem Elektrolytische corrosie WAARSCHUWING Elektrische schok kan ernstig persoonlijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Wees zeer voorzichtig tijdens het werken aan elektrische onderdelen van de hulpmotor. Voorzichtig: de motor kan beschadigd raken door elektrolytische corrosie (zwerfstroomcorrosie) als een verkeerde verbindingsmethode wordt gebruikt.
  • Pagina 96 Hoofdstuk 16 476-5303 WAARSCHUWING Alle bedrading, aansluitingen, veiligheidsinrichtingen en bijbehorende materialen moeten voldoen aan de plaatselijk geldende normen. WAARSCHUWING Alle bedrading moet worden gecontroleerd alvorens de wisselstroomdynamo te gebruiken. Voorzichtig: de hoofdvoeding voor de startmotor en de voeding voor regeling en de starthulp moeten afzonderlijk op de accu zijn aangesloten.
  • Pagina 97: Elektrolytische Corrosie Voorkomen

    476-5303 Hoofdstuk 16 Accu's voor temperaturen tot -15 C (5 Twee 12 V accu's in Twee 12 V accu's in parallel - elk 520 amp parallel - elk 520 amp BS3911 of 800 amp SAE BS3911 of 800 amp J537 (CCA) SAE J537 (CCA) Elektrolytische corrosie voorkomen Afbeelding 34 toont een typische indeling.
  • Pagina 98: Elektrisch Systeem Van De Motor

    Hoofdstuk 16 476-5303 beschermd worden door ze te solderen of te klemmen met neopreenverf of een vergelijkbaar beschermend materiaal. De aarding van aluminium boten is een speciaal geval, omdat de diverse apparaten aan boord ongeaard behoren te zijn en om zwerfstroom te voorkomen moeten alle apparaten worden geaard naar één klem.
  • Pagina 99: Startkabels

    476-5303 Hoofdstuk 16 Startkabels Aansluiting van startmotor en regelmodule Het aansluitpunt voor de startmotor is te zien in afbeelding 36. Accu-isolatieschakelaar Er kan een schakelaar worden aangebracht op de positieve kabel naar de starter, zo dicht mogelijk bij de accu. Deze schakelaar moet geschikt zijn voor tijdelijke stroom van ten minste 1000 A.
  • Pagina 100: Door Klant Aan Te Sluiten

    Hoofdstuk 16 476-5303 Door klant aan te sluiten Het onderstaande schema toont de interfaceconnector en de pinlabels.  Onderhoudstool-comms  Op motor gemonteerde componenten  Voeding van ECM  Vereist voor bedrijf  Ingang schakelt motorstatus naar  Beide ingangen voor pariteit nodig om motorstatus naar AAN te schakelen Al het overige is optioneel ...
  • Pagina 101: Aansluitingen Van Kabelbundel Verwijderen En Installeren

    Sluit de connector aan op de ECM en draai de opsluitschroef aan tot een koppel van 6 N•m (53 lb in). Configuratie van ECM Om de ECM te configureren, moet de Perkins elektronische onderhoudstool worden gebruikt, tezamen met de communicatieadapter. Sensoringangen kunnen worden in-/uitgeschakeld om te voorkomen dat ongewenste storingsdiagnosecodes worden verzonden.
  • Pagina 102: Vereiste Onderhoudstools

    Hoofdstuk 16 476-5303 Vereiste onderhoudstools Vereiste onderhoudstools Onderdeelnummer Beschrijving CH11155 Krimptang (12-AWG tot 18-AWG) 2900A019 Draadverwijderingstang 27610285 Verwijderingstang Geschikte digitale multimeter Om de continuïteit van bepaalde kabelbundelcircuits te controleren, moeten twee korte verbindingsdraden worden gebruikt die worden kortgesloten in de connector. Een lange verlengdraad kan nodig zijn om de continuïteit van bepaalde kabelbundelcircuits te controleren.
  • Pagina 103: Perkins Elektronische Onderhoudstool

    476-5303 Hoofdstuk 16 Perkins elektronische onderhoudstool De Perkins elektronische onderhoudstool kan de volgende informatie weergeven: • Status van alle druksensoren en temperatuur- sensoren • Programmeerbare parameterinstellingen • Actieve diagnosecodes geregistreerde diagnose codes • Actieve gebeurtenissen geregistreerde gebeurtenissen • Histogrammen De elektronische onderhoudstool kan worden gebruikt voor de volgende functies: •...
  • Pagina 104: De Elektronische Onderhoudstool En De Communicatieadapter Ii Aansluiten

    Hoofdstuk 16 476-5303 De elektronische onderhoudstool en de communicatieadapter II aansluiten Afbeelding 38 toont de vastbedrade aansluitingen Persoonlijke computer (PC) Adapterkabel (seriële poort van computer) Adapterkabels Communicatieadapter II Adapterkabels Opmerking: items (2), (3) en (4) maken deel uit van de communicatieadapter II set.
  • Pagina 105: Kabelstart/-Stop: U Kunt De Motor Starten En

    476-5303 Hoofdstuk 16 de minaansluiting terug naar de accu. De totale circuitweerstand van alle plus- en minkabels naar de accu mag NIET groter zijn dan 50 mΩ voor een 12 volt-motor of 100 mΩ voor een 24 volt-motor. Deze weerstand is inclusief de parallelcombinaties van de vijf pluskabels en vijf minkabels, zoals hieronder weergegeven in <schema xx>.
  • Pagina 106 Hoofdstuk 16 476-5303 Externe stop: ECM-pen 7 heeft een externe stopinput. Sluit pen 7 aan op de minkabel van de accu om de motor uit te schakelen. De motor kan in dit geval niet starten. Brandstofopvoerpomp: De motor is uitgerust met een elektrische brandstoftoevoerpomp die moet draaien terwijl de motor loopt.
  • Pagina 107 476-5303 Hoofdstuk 16 optionele brandstofdruksensoren kunnen aangesloten worden op de ECM om, indien nodig, het drukverschil op het primaire en secundaire brandstoffilter kunnen controleren. Indien aanwezig moeten deze sensoren d.m.v. onderhoudstool ingeschakeld worden in de ECM. Deze optionele sensoren delen de 5 V-voeding van de standaardsensor, ECM pen 2 en 3.
  • Pagina 108 Hoofdstuk 16 476-5303 fout i.v.m. de gasinstelling of bekabeling. Het 5 V-proportionele gassignaal moet een geldig bereik van 0,5-4,5 V hebben. Daarbij komt 0,5 V overeen met gasinstelling 0% of vraag om laag toerental. Een spanning lager dan 0,25 V of hoger dan 4,75 V resulteert in een diagnostische fout i.v.m.
  • Pagina 109 476-5303 Hoofdstuk 16 van de motorkoelvloeistof en van het inlaatspruitstuk. Merk op dat de gloeibougies waarschijnlijk niet zullen werken bij een temperatuur hoger dan 10 °C. Indicatielampjes: De motor heeft in totaal zeven indicatielampjes. Het is sterk aanbevolen om van deze acht minimaal de stop- en waarschuwingslamp te installeren.
  • Pagina 110 Hoofdstuk 16 476-5303 moet niet afgeschermd zijn maar dit is wel aanbevolen, vooral in geval van een lange buskabel. De huls moet slechts aan één zijde geaard zijn, bij voorkeur aan de J1939-hulsconnectie op ECM pen 42. Sluit aan het uiteinde van de bus een geschikte weerstand van 120 Ω...
  • Pagina 111 476-5303 Hoofdstuk 16 Totaal aantal bedrijfsuren UREN 65253 Totaal aantal (op vraag) omwentelingen Inlaatspruitstuk 1 meterdruk Inlaatspruitstuk 1 65270 temperatuur Luchtinlaatdruk Inlaatspruitstuk 1 absolute 64976 3563 druk IMT1 65190 Turbo-aanjaagdruk 1127 Brandstofverbruik rit LFC1 65257 Totaal verbruikte brandstof LFE1 65266 Brandstofdebiet Gemiddelde 65203...
  • Pagina 112 Overbruggingsschakelaar J1-56 uitgeschakeld met uitschakeling deze functie. Deze functie moet u inschakelen met de onderhoudstool. Raadpleeg een Perkins-dealer voordat u deze functie gaat gebruiken omdat de garantie kan komen te vervallen. Hiermee kunt u specifieke ECM- Foutresetschakelaar J1-41 diagnostiek en -gebeurtenissen resetten.
  • Pagina 113: Elektrische Schema's

    476-5303 Hoofdstuk 16 Hiermee kan de gebruiker het Schakelaar overtoerental J1-54 overtoerentalcontrole bevestigen en zo de motor opnieuw starten. Elektrische schema's • Basis motorbedrading • Gasklep / lampen / ingangen bedrading • Diagnose / gloeibougies bedrading Pagina 101...
  • Pagina 114: Basis Motorbedrading

    Hoofdstuk 16 476-5303 Basis motorbedrading 1 Het startrelais kan, naargelang de geïnstalleerde ECM-software, op twee verschillende manieren verbonden worden met de ECM. In het geval van ECM-software tot en met onderdeelnr. 501-3363 moet het startrelais aangesloten worden op ECM-pennen 43 en 51. Bij nieuwere ECM-software moet het startrelais aangesloten worden op ECM-pen 10 en een minpool van een accu.
  • Pagina 115: Gasklep / Lampen / Ingangen Bedrading

    476-5303 Hoofdstuk 16 Gasklep / lampen / ingangen bedrading 1 Een afsluitweerstand van 120 ohm moet nabij (op niet meer dan 300 mm) van de ECM worden geplaatst opdat de J1939 datalink correct werkt. Pagina 103...
  • Pagina 116: Diagnose / Gloeibougies Bedrading

    Hoofdstuk 16 476-5303 Diagnose / gloeibougies bedrading Pagina 104...
  • Pagina 117 California Proposition 65 Waarschuwing De staat Californië is bekend met het feit dat uitlaatgassen van dieselmotoren en sommige bestanddelen ervan kanker, geboorteafwijkingen en andere schade aan voortplantingsorganen veroorzaken.
  • Pagina 118 22 Cobham Road, onderhevig zijn. Ferndown Industrial Estate, Onderdeelnr. 476-5303 uitgave 4 Wimborne, Dorset, BH21 7PW, Engeland. Gepubliceerd in Engeland door Wimborne Tel: +44 (0)1202 796000, Marine Power Centre, ©2022 E-mail: Marine@Perkins.com Web: www.perkins.com/Marine...

Inhoudsopgave