644-6787
Er zijn zes andere indicators die op de motor kunnen worden aangesloten. Kies elke indicator zo dat het stroomverbruik
niet groter is dan 200 mA, doorgaans is dit een lampje van 2,2 W. U kunt ook ledindicatoren gebruiken. De lampen
moeten gevoed worden via het signaal van de sleutelschakelaar. Er zijn nog twee uitgangen voor indicators, deze
dienen als toevoer (source) om de indicator te voeden. Daarvoor moet de indicator worden aangesloten op de negatieve
pool van de accu. Zie onderstaande tabel voor informatie over alle tien uitgangen voor indicators.
Door klant aan te
Functie lamp
Lampje oliedruk te
laag
Temperatuur
motorkoelvloeistof te
hoog
Lamp overtoerental
Onderhoudslamp
(Zie ook onderhouds-
resetschakelaar)
Diagnose/
knippercode lamp
Koelvloeistofpeil laag
Uitschakelingslamp
Algemeen alarm lamp
Stop/Uitschakeling
Stop/Uitschakeling
lamp
Waarschuwing/
Vermogensbeperking
lamp
Schakelaars digitale inputs: Er zijn negen aanvullende digitale inputs die op de motor kunnen worden aangesloten.
Tussen elke input en de gezamenlijke digitale inputretour kunt u een schakelaar aansluiten.
Inputfunctie
Onderhouds-
resetschakelaar
Statiek-/isochrone
schakelaar
Overbruggings-
schakelaar
uitschakeling
Type
sluiten
uitgang
Oliedruklamp
Sink
Koelvloeistof-
Sink
temperatuurlamp
Lamp
Source
overtoerental
Onderhoudslamp
Sink
Lampje
Source
knippercode
Koelvloeistofpeil
Sink
laag
Uitgeschakeld
Sink
Algemeen alarm
Sink
Sink
lamp
Waarschuwing/
Actie/Vermogens-
Sink
beperking
Customer Connect
Constant
pen beschrijving
toerental
Onderhoudsreset
Statiek-/isochrone
schakelaar
Overbruggings-
schakelaar
uitschakeling
Constant
Regelbaar
toerental
toerental
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Regelbaar
toerental
Hiermee kunt u de onderhoudsindicator
na het onderhoud resetten. Het strekt tot
aanbeveling hiervoor een momentschakelaar
X
X
te gebruiken en deze op een beveiligde
plaats aan te brengen zodat hij niet per
ongeluk wordt geactiveerd.
Hiermee kunt u kiezen tussen isochrone
X
regeling met vast toerental of statiekregeling.
Hiermee kunt u het controlesysteem van
de motor deactiveren zodat deze niet wordt
uitgeschakeld. Merk op dat uitschakeling bij
overtoerental permanent ingeschakeld blijft
X
X
en niet kan worden uitgeschakeld met deze
functie. Deze functie moet u inschakelen met
de onderhoudstool. Raadpleeg een Perkins-
dealer voordat u deze functie gaat gebruiken
omdat de garantie kan komen te vervallen.
Hoofdstuk 16
Beschrijving
Gaat branden wanneer te laag
oliepeil wordt gedetecteerd.
Gaat branden wanneer te hoge
temperatuur van motorkoelvloeistof
wordt gedetecteerd.
Gaat branden wanneer te hoog
toerental wordt gedetecteerd.
Gaat
branden
routineonderhoud
van
nodig is.
Geeft
motordiagnose
knippercode.
Licht op bij een laag koelvloeistofpeil.
Licht
op
bij
uitgeschakelde
gestopte motor.
Licht op als er een alarm of conditie
actief is.
Licht op als de motor aangeeft dat de
bediener deze moet uitschakelen om
motorschade te voorkomen.
Licht op als de motor de bediener
informeert over een motorprobleem
of omstandigheid die aandacht van
de bediener vereist.
Beschrijving
Pagina 149
wanneer
de
motor
aan
met
of