Pagina 4
N40900 Voorwoord Dank u voor de aanschaf van de M300C, M250C, M216 & M190 scheepsdieselmotor van Perkins. Deze handleiding bevat informatie over de correcte installatie van uw Perkins-motor. De informatie in deze handleiding is correct ten tijde van het ter perse gaan van de handleiding. Wimborne Marine Power Centre behoudt het recht voor om te allen tijde wijzigingen door te voeren.
Algemene veiligheidsmaatregelen • Bedien de motor uitsluitend vanaf het bedieningspaneel of vanaf de bedieningsruimte. Het is belangrijk om de volgende voorzorgsmaatregelen • Raadpleeg onmiddellijk een arts als uw huid in in acht te nemen. Daarnaast moet u op de hoogte zijn contact is gekomen met brandstof die onder hoge van de plaatselijke wet- en regelgeving van het land waar druk naar buiten komt.
N40900 Inhoud Hoofdstuk Pagina 1 Plaats van motorbevestigingspunten........... 1 2 Plaatsen van de motor ................3 Installatiehoeken ......................3 Neus-omlaagstand ..................3 Motorbevestigingssteunen ..................4 Flexibele motorbevestigingen ...................5 Motorsteunen ......................6 3 Schroefassen en koppelstukken............7 Schroefassen ......................7 4 Uitlaatsystemen ..................9 Natte uitlaatsystemen ....................9 Droge uitlaatsystemen ....................11 Uitlaatsystemen die deels droog en deels nat zijn..........12 Waterliftsystemen ......................12...
Pagina 8
Inhoud N40900 Verbindingskabels .....................25 Instrumentenpanelen ....................26 Hoofdpaneel ....................26 Hulppaneel ......................27 Minibootvoedingspaneel (MMPD) - digitaal paneel ........28 Contactpaneel ....................28 Paneel voor synchronisatie van gashendel / langzame vaarmodus ..29 Mogelijke paneelinstallaties ................30 Gebruik van het minibootvoedingspaneel (MMPD) ........31 CAN-datalink ....................35 Voor motoren zonder MJB (waterdichte verbindingsbus) ........36 De motor is voorzien van MJB (waterdichte verbindingsbus) ......37 Kenmerken en montage-informatie waterdichte verbindingsbus voor één motor ....................38...
Pagina 9
N40900 Inhoud 9 Motorbesturing ..................61 10 Voorziening voor krachtafnemer ofwel power take-off (PTO) ..63 Voor asaandrijvingen ....................63 Voor riemaandrijvingen .....................63 Polair diagram......................64 11 Aansluitingen voor warmwatertoestel en blokverwarming ..... 65 Warmwatertoestel ......................65 Aansluitpunten voor blokverwarming ..............65 12 Opties ....................67 Olietemperatuursensor van tandwielkast ...............67 13 Referentiegegevens ................
N40900 Hoofdstuk 1 Plaats van motorbevestigingspunten Uitlaatsystemen (zie hoofdstuk 4) Startkabels (zie hoofdstuk 8) Steunbout (zie hoofdstuk 8) Voorste hijsoog Ventilatie Waarschuwing! (zie hoofdstuk 5) Altijd tussenstang gebruiken Brandstoftoevoer (zie hoofdstuk 7) Koelsystemen (zie hoofdstuk 6) Montagesteunen Montagepunt van de (zie hoofdstuk 2) motor (zie hoofdstuk 2) Zijaanzichten van de motor...
Pagina 12
Hoofdstuk 1 N40900 Achterste hijsoog Waarschuwing! Altijd tussenstang gebruiken Uitlaatsystemen (zie hoofdstuk 4) Elektrische systemen (zie hoofdstuk 8) Brandstofretourleiding (zie hoofdstuk 7) Montagesteunen (zie hoofdstuk 2) Montagepunten van de motor (zie hoofdstuk 2) Voor- en achteraanzicht van de motor Pagina 2...
N40900 Hoofdstuk 2 Plaatsen van de motor Installatiehoeken Deze motoren moeten zo worden geplaatst dat de cilinders van voor of achter gezien verticaal (rechtop) staan, zoals in afbeelding 1. De toegestane hellingshoeken tijdens gebruik zijn: een statische installatiehoek van 17 met de neus omhoog, plus 3 voor glijboten, met een hielhoek van 25 doorlopend...
Hoofdstuk 2 N40900 Motorbevestigingssteunen De standaardsteunen hebben montagegaten op 76 mm (3") onder en parallel aan de middenlijn van de krukas. Het is mogelijk de motor rechtstreeks op de motorsteunen te monteren, maar het is altijd aan te raden om flexibele motorbevestigingen te gebruiken. In afbeelding 4 is te zien dat de gaten (1) waarin de bevestigingsbouten moeten komen langwerpig zijn, 36 x 17 (1,7/16 x 21/32").
N40900 Hoofdstuk 2 Flexibele motorbevestigingen Het is voor alle toepassingen aanbevolen flexibele motorbevestigingen te gebruiken. De steunen moeten vooral het doorgeven van motortrillingen aan de romp verminderen, maar ze absorberen ook de schokken die bij slecht weer van de romp aan de motor zouden worden doorgegeven.
Hoofdstuk 2 N40900 Motorsteunen Er zijn in de praktijk motorsteunen van zo veel verschillende bouwmaterialen en -methoden goed bevonden, dat het moeilijk is algemeen geldende voorschriften te maken. Ruwweg kan echter worden gesteld dat motorsteunen in staat moeten zijn een statische belasting van zo'n acht maal het gewicht van de motor te dragen, om bestand te zijn tegen grote schommelingen op zee.
N40900 Hoofdstuk 3 Schroefassen en koppelstukken Schroefassen We bevelen u aan alle motoren op flexibele steunen (1) te installeren, om herrie en trillingen te verminderen en om overdracht van de krachten van rompbewegingen op de motor te voorkomen. Het ontwerp en de installatie van het aan de tandwielkast bevestigde transmissiesysteem vallen onder de verantwoordelijkheid van de ontwerper, bouwer, architect of installateur van de boot.
Pagina 18
Hoofdstuk 3 N40900 Waarschuwing!Gebruik een sifononderbreking wanneer waterlift-uitlaatsysteem voorgeschreven. Alternatief kunt u een stootblok (lager) plaatsen op het punt waar de as uit de buis de machinekamer in steekt, in combinatie met homokinetische koppelingen aan ieder uiteinde van de korte as die is aangesloten op het koppelstuk van de tandwielkast.
N40900 Hoofdstuk 4 Uitlaatsystemen Er zijn tal van uitlaatonderdelen beschikbaar voor alle soorten uitlaatsystemen. Al onze onderdelen zijn ontworpen om op elkaar te passen, zodat u standaardonderdelen complexe systemen kunt bouwen. Hierdoor hebben wij voor de meeste installaties een oplossing. Let op: De retourdruk van de uitlaat mag nooit hoger zijn dan 15 kPa wanneer deze wordt gemeten op minder dan 305 mm (12") van de motoruitlaat.
Pagina 20
Hoofdstuk 4 N40900 Afbeelding toont uitlaatbocht waterinspuiting en isolerende bedekking (3) & (4). De bocht kan naar de beste stand worden gedraaid (2). N.B.: De uitlaatbocht moet 10 naar beneden aflopen. Als een groter systeem nodig is, dan kan een droge bocht van 90 (niet afgebeeld) op de turbocompressoruitgang met de bocht waarin het...
N40900 Hoofdstuk 4 Droge uitlaatsystemen Droge uitlaatsystemen voor gebruik in boten moeten zorgvuldig worden ontworpen om zo min mogelijk last te hebben van de nadelen van het insluiten van verhitte onderdelen in besloten ruimtes. Het eerste deel van een droog uitlaatsysteem moet een flexibele koppeling bevatten, zodat de aansluiting geen belasting op de motor vormt.
Hoofdstuk 4 N40900 Uitlaatsystemen die deels droog en deels nat zijn Zelfs wanneer de motor ruim onder de waterlijn wordt geïnstalleerd kunt u nog van de voordelen van een nat uitlaatsysteem profiteren, als het waterinspuitpunt maar voldoende ver boven de waterlijn ligt. In dergelijke gevallen kunt u het gedeeltelijk droge en verder natte systeem uit afbeelding 5 gebruiken.
N40900 Hoofdstuk 4 Geluidsdempers In sommige gevallen is een vermindering in geluidsniveau van de uitlaat wenselijk. Om dit bereiken geluidsdemper worden geïnstalleerd. Behalve dat het uitlaatgassen verwijdert, voert het uitlaatsysteem ook koelwater af en dempt het verbrandingsgeluid van de motor. Het systeem moet beperkingen op de stroming van uitlaatgassen, die Afbeelding 7 retourdruk wordt genoemd, zo min mogelijk remmen,...
N40900 Hoofdstuk 5 Ventilatie van de machinekamer De machinekamer moet om twee redenen worden geventileerd: 1. Om de motor te voorzien van lucht voor verbranding. 2. Om te hoge temperaturen in de machinekamer te voorkomen, want die zouden oververhitting van onderdelen zoals de wisselstroomdynamo kunnen veroorzaken.
N40900 Hoofdstuk 6 Motorkoelsystemen Koelwatersystemen Voor iedere motor moet een volledig autonoom zeewatersysteem worden geïnstalleerd. Anders kan het bij blokkering nodig zijn meer dan één motor uit te schakelen. Afbeelding 1 toont een standaardinstallatie. De waterinlaat (4) moet niet zichtbaar uit de bodem van de romp steken en mag niet geblokkeerd worden door andere onderdelen zoals assen bussen en roeren.
Hoofdstuk 6 N40900 Kielkoelsysteem Er is ook een versie van deze motor beschikbaar die geschikt is voor kielkoeling. Deze gebruikt twee aparte koelers, een voor het cilindermanteldeel en een voor het intercooldeel. Afbeelding 2 toont de verbindingen voor de koelers. De vereisten voor ieder deel zijn: Modellen M190C M216C M250C M300C Cilindermanteldeel...
De sluitende pakkingen mogen maar één keer worden gebruikt. Gooi de sluitende pakkingen direct na gebruik weg. Koop de juiste sluitende pakkingen van uw plaatselijke Perkins-leverancier. Nieuwe onderdelen Hogedrukbrandstofleidingen zijn niet herbruikbaar. Nieuwe hogedrukleidingen kunnen maar op één manier worden geïnstalleerd.
Hoofdstuk 7 N40900 Informatie over de schroefdraden van de verbindingen voor brandstofleidingen op de motoren • Brandstoftoevoer - 11/16"ORFS • Brandstofterugvoer - 11/16"ORFS Het is ten zeerste aan te bevelen de bij de motor verkrijgbare flexibele brandstofleidingen te gebruiken, waarvoor het volgende geldt: Brandstoftoevoer Het vrije uiteinde van de flexibele pijp heeft een 11/16”...
N40900 Hoofdstuk 7 Voorbeelden van brandstofsystemen Hoe eenvoudiger het brandstofsysteem, hoe beter het zal presteren. Afbeelding 1 toont een ideaal systeem. 1. Brandstoftank 2. Brandstofterugvoerleiding 3. Leiding voor handmatig vullen 4. Afsluitkraan Afbeelding 1 5. Ventilatiekanaal 6. Afvoerbuis Voor sommige toepassingen is het wettelijk verplicht om de brandstofleidingen aan de bovenkant van de tank aan te sluiten.
Hoofdstuk 7 N40900 zodat het juiste systeem kan worden geselecteerd. Bovendien is dit systeem zo complex in installatie en gebruik dat de voordelen van de flexibiliteit die het oplevert niet opwegen tegen de kans op verborgen problemen door falende onderdelen, onjuiste werking of onjuiste interactie met de motor.
N40900 Hoofdstuk 8 Elektrische systemen van de motor Er is een elektrisch systeem bij de motor verkrijgbaar met losse onderdelen die allemaal op elkaar kunnen worden aangesloten, met de volgende opties: • Standaard onderling aansluitbare kabels van 12 m lang. Daarnaast kunt u kabels van 3, 6 of 9 m lang bijkopen.
Hoofdstuk 8 N40900 Onderbrekers N.B.: De onderbrekers beschermen het elektrische systeem tegen kortsluitingen. risico kortsluitingen is het grootst tijdens de installatie van de motor en het aansluiten van extra apparatuur. Tijdens normaal gebruik is het risico op kortsluitingen verwaarloosbaar. De onderbrekers bevinden zich rechts, boven het oliefilter, zie afbeelding 1.
N40900 Hoofdstuk 8 Verbindingskabels De verbindingskabels (afbeelding 3) worden gebruikt om de motor (1) aan te sluiten op de gashendel (3), de accu (4), de waterdichte verbindingsbus (2) en het (de) instrumentenpaneel (-elen) (5). De kabels zijn standaard 12 m lang. Kabels van 3, 6, en 9 meter zijn apart verkrijgbaar.
Hoofdstuk 8 N40900 Instrumentenpanelen Er zijn drie soorten paneel verkrijgbaar, ieder met verschillende hoeveelheden instrumenten. Hoofdpaneel • 12- of 24-volts werking vanaf hetzelfde paneel • Voorpaneel conform schakelaars/ instrumenten conform IP 67. Het 'hoofdpaneel' in afbeelding 4 is 250 x 175 mm groot en bevat: 1.
N40900 Hoofdstuk 8 Hulppaneel • 12- of 24-volts werking vanaf hetzelfde paneel • Voorpaneel conform schakelaars/ instrumenten conform IP 67. Het 'hulppaneel' in afbeelding 5 is 180 x 140 mm groot en bevat: 1. Tachometer 2. Scherm voor motoruren/foutcodes 3. Waarschuwingslampje 4.
Hoofdstuk 8 N40900 Minibootvoedingspaneel (MMPD) - digitaal paneel • Ondersteuning voor één motor • Toont motorparameters foutcodes waarschuwingstoon • 5 schermen • Hoge-resolutiescherm 320 x 240 dpi • Transflectiescherm dat goed leesbaar blijft onder wisselende lichtomstandigheden door meer/minder te reflecteren. •...
N40900 Hoofdstuk 8 Paneel voor synchronisatie van gashendel / langzame vaarmodus De functie van de synchronisatieschakelaar, afbeelding 8, is om een van de gashendels in een installatie met twee motoren aan te wijzen als de hoofdregelaar. Als de schakelaar (1) is ingeschakeld reageert elke motor op zijn hoofdregelaar.
Hoofdstuk 8 N40900 Mogelijke paneelinstallaties Er kunnen tegelijkertijd meerdere panelen worden gebruikt. Zie afbeelding 9 voor de mogelijke combinaties. 1. Voeding 2. Kabel of elektronische gashendel en bedienings- opties voor de tandwielkast 3. Hoofdpaneel 4. Hulppaneel 5. Minibootvoedingspaneel (MMPD) digitaal paneel 6.
N40900 Hoofdstuk 8 Gebruik van het minibootvoedingspaneel (MMPD) Het MMPD toont statusinformatie van de motor en de transmissie. Het scherm kan worden aangepast om diverse motorparameters te tonen. Informatieschermen Er zijn twee informatieschermen, System Information (systeeminformatie) en Control System Information (informatie besturingssysteem) (zie afbeelding 10).
Pagina 42
Hoofdstuk 8 N40900 Change screen (scherm wijzigen) Als u hier op de waarschuwingsknop drukt verschijnt het scherm Control System Information. Dit werkt alleen als het MMPD een boordcomputer (Powertrain Control Processor ofwel PCP) op de CAN-datalink heeft gedetecteerd. Change user (gebruiker wijzigen) Afbeelding 12 Als u nu herhaaldelijk op de waarschuwingsknop drukt worden één voor een de verschillende beschikbare...
Pagina 43
N40900 Hoofdstuk 8 Change screen (scherm wijzigen) Als u op de waarschuwingsknop drukt verschijnt het scherm System Information. Change troll mode (sleepvismodus wijzigen) Als u nu herhaaldelijk op de waarschuwingsknop drukt, verschijnen om beurten de beschikbare sleepvismodi (Traditional en Intelli-Troll). Change troll speed (sleepvissnelheid wijzigen) Afbeelding 13 Als u Change Troll Set Speed selecteert ziet het...
Pagina 44
Hoofdstuk 8 N40900 Statusinformatiebalk over het vaartuig De statusindicatoren staan boven in het scherm wit op zwart en zijn alleen beschikbaar op parameterschermen, met uitzondering van het diagnostieksymbool, dat op alle schermen kan verschijnen. Statusindicatoren (afbeelding 14) 1. Actieve diagnostische status van actief station 2.
N40900 Hoofdstuk 8 Benodigde kabels Waar te gebruiken: Verbindt de PCP- en MMPD- schermen met de J1939-datalink. De J1939-datalink (nr. 1 afbeelding 15) mag nooit langer dan 40 meter (131 voet) zijn. Benodigdheden: MMPD-dropkabel T-naar-T-kabel 6-pins T Eindweerstand Eindweerstand (afbeelding 16) Afbeelding 15 Om de uiteinden van een datalink run te beëindigen Twee eindweerstanden nodig...
Hoofdstuk 8 N40900 Voor motoren zonder MJB (waterdichte verbindingsbus) De door de klant aan te sluiten bundel (afbeelding 18) kan dienen als aansluitpunt voor de diverse bedieningspaneelopties, zowel voor gebruik van één motor als twee motoren. Dit dient als directe vervanging van de MJB met behoud van dezelfde functies.
N40900 Hoofdstuk 8 De motor is voorzien van MJB (waterdichte verbindingsbus) • Biedt bescherming tegen kortsluiting voor de ECM en andere componenten die op de controle- en bedieningssystemen aan boord zijn aangesloten. • Autonome verbindingsbus voor alle scheepstoepassingen. • Kan worden gebruikt met verschillende lengtes kabelboom voor eenvoudigere installatie.
*Raadpleeg ABYC-richtlijn E-11 voor wisselstroom- en gelijkstroomsystemen in boten voor meer informatie. Afbeelding 23 N.B.: Perkins raadt aan twee positieve en twee negatieve accukabels van de batterijkeerbescherming naar de waterdichte verbindingsbus en van de batterijkeerbescherming naar de accu's te gebruiken.
N40900 Hoofdstuk 8 Uitbreidingsconnectors voor bak- en stuurboord De MJB heeft twee connectors, een voor stuurboord en een voor bakboord, voor toekomstige uitbreidingen. Het elektrisch aansluitschema is voor beide connectors hetzelfde. Startblokkering (pennen 1 & 2) De startblokkering zorgt dat de motor niet kan worden gestart via een geschakeld circuit.
Hoofdstuk 8 N40900 Diagnostiekindicator (pen 2) De diagnostiekindicator, zie afbeelding 27, gaat aan als er een diagnostische melding is. Een diagnostische melding geeft aan dat er een fout is opgetreden in het elektronische besturingssysteem. De bediener kan met behulp van deze indicatie storingen aan onderdelen van het elektronische besturingssysteem opsporen.
Soort starter C 15 W 40 Iskra AZF Iskra AZF Minimaal accuvermogen Commercieel referentienummer Perkins-code BS EN 50342 SAE J537 (BCI) DIN 43539 (1) Voltage ten minste 7,5 V na 10 seconden, 6 V na 90 seconden bij -18 C (0 F) op iedere 12 V-accu.
Hoofdstuk 8 N40900 Accu-isolatieschakelaar Er kan een schakelaar worden aangebracht op de positieve kabel naar de starter, zo dicht mogelijk bij de accu. Deze schakelaar moet geschikt zijn voor tijdelijke stroom van ten minste 950 A. Verbindingssysteem van zinken anodes Let op: De motor kan beschadigd raken door elektrolytische corrosie...
N40900 Hoofdstuk 8 Voorbeeldsysteem bij normaal gebruik Het verbindingssysteem in de boot moet een verbinding met lage weerstand leveren tussen alle metalen die in contact staan met zeewater en moet zijn aangesloten op een zinken opofferingsanode die op de buitenkant van de boeg is bevestigd onder zeeniveau.
N40900 Hoofdstuk 8 Elektrische schema's *Overzicht kabelbundel van de motor, zonder MJB *Zie de cd voor een pc-compatibele versie van dit schema. Pagina 47...
Hoofdstuk 8 N40900 *Kabelbundel van de motor, beschrijving van bedrading, zonder MJB *Zie de cd voor een pc-compatibele versie van dit schema. Pagina 48...
N40900 Hoofdstuk 9 Motorbesturing Gebruik bij voorkeur een Morse besturingssysteem met enkele hendel om de snelheid en de tandwielkast te bedienen. 1. Gasregelaar 2. Anker voor 33C-kabel van Morse 3. 33C-kabel van Morse 4. Neutrale stand 5. Actieve stand Afbeelding 1 Pagina 61...
N40900 Hoofdstuk 10 Voorziening voor krachtafnemer ofwel power take-off (PTO) Waarschuwing! Verwijder vóór de installatie alle verfresten van de raakvlakken. Monteer de schacht van de krachtafnemer (nr. 1 in afbeelding 1) met bouten (nr. 2 in afbeelding 1) en draai deze vast tot een torsie van 115 Nm (84 lb.ft.). Monteer het staafje (nr.
Hoofdstuk 10 N40900 Polair diagram Dit schema toont het laadvermogen van de voorkant van de krukas. De laadhoek, wanneer vanaf de voorkant van de motor gezien, wordt met de klok mee gemeten, waarbij 0° op één lijn ligt met het DPDZ. De radiale kracht (Newton) loopt radiaal naar buiten vanuit het midden van het diagram.
N40900 Hoofdstuk 11 Aansluitingen voor warmwatertoestel en blokverwarming Warmwatertoestel Er zijn aansluitpunten beschikbaar waarmee u een warmwatertoestel op de motor kunt aansluiten zoals in afbeelding 1. Deze kunt u zowel in combinatie met de motor als afzonderlijk bestellen. De aansluitingen voor slangen voor het warm- watertoestel moeten geschikt zijn voor radiatoren/ verwarmingssystemen en moeten een diameter hebben van 1,27 cm (1/2").
N40900 Hoofdstuk 12 Opties Olietemperatuursensor van tandwielkast Tandwielkastsensoren zijn leverbaar optie. Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de tandwielkast voor installatievereisten. Gebruik het M12 aftappunt zoals getoond in afbeelding 1 voor de temperatuursensor van de tandwielkast, of raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de tandwielkast.
Pagina 83
Index ‘V’-aandrijvingen .........5 Balg ..........10 Change sync master (master Aansluiten .........23 Batterijkeerbescherming ....40 voor motorsynchronisatie Aansluitingen van rubberen Bedieningsopties voor wijzigen) .........32 slangen ........17 tandwielkast ......30 Change system information Aansluitingen ........65 Bedieningsstations ......40 screen (venster System Aanvoerdruk van de brandstof ..45 Bedrijfsbereik ........22 information wijzigen) ....32 Aanzetsnelheid .........40...
Pagina 88
Ferndown Industrial Estate, Deze informatie was correct op het moment Wimborne, Dorset, BH21 7PW, England. van drukgang. Tel: +44 (0)1202 796000, Publicatie N40900, Uitgave 3 Fax: +44 (0)1202 796001 Gepubliceerd januari 2013 door Wimborne E-mail: Marine@Perkins.com Marine Power Centre Web: www.perkins.com/Marine...