3 Productbeschrijving
De indicatie van de resterende looptijd is een voor-
spelling en heeft altijd betrekking op het actuele ge-
middelde vermogensverbruik van het apparaat.
Na start van de therapie verstrijken tot aan de weer-
gave van de resterende looptijd maxmaal 3 minuten.
Bij alarmen voor de batterijcapaciteit gaat het appa-
raat binnen enkele minuten uit
Sluit het apparaat aan op de netvoeding, zodra er
alarmen voor de batterijcapaciteit optreden.
Houd bij accuvoeding een alternatieve beademings-
mogelijkheid beschikbaar.
3.6 Gegevensbeheer/com-
patibiliteit
De exploitant is volgens IEC 80001‑1 verant-
woordelijk voor de toepassing van het risicobe-
heer voor medische IT-netwerken. Medische IT-
netwerken zijn IT-netwerken waarin minstens
één medisch hulpmiddel is opgenomen.
De fabrikant verleent geen garantie en stelt zich
niet aansprakelijk voor wisselwerkingen tussen
systeemcomponenten in een medisch IT-net-
werk.
De fabrikant is geen systeemconfigurator.
3.6.1 Opslag en overdracht van thera-
piegegevens
De therapiegegevens van de laatste 365 therapieda-
gen worden met hoge resolutie met max. 100 Hz op-
geslagen in het apparaat. De statistische gegevens
van de laatste 12 maanden worden eveneens in het
apparaat opgeslagen.
Therapiegegevens opslaan op USB-C-stick
Voor elke therapie wordt een bestand in .edf-formaat
aangemaakt. Wanneer u een USB-C-stick aansluit,
worden de in het apparaat opgeslagen therapie- en
statististische gegevens als .edf-bestanden op de USB-
C-stick gezet.
Het is tevens mogelijk een gedetailleerd record op te
slaan
(zie menu Systeem
De op de USB-C-stick opgeslagen therapiegegevens
kunnen in de software prismaTS en de prisma CLOUD
worden ingelezen en weergegeven.
3.6.2 Firmware-update uitvoeren
1. USB-stick met een update-bestand (minstens één
versie hoger dan de actuele firmwareversie) aan-
sluiten.
2. Uitvoering van de firmware-update bevestigen.
Door de firmware-update worden ook de accu's
bijgewerkt. De configuratie van het apparaat
blijf na de firmware-update behouden.
(zie Alarmen
[} 22]).
[} 17]).
3.7 Onderstel 2.0
AANWIJZING
Materiële schade bij verkeerde configuratie van
het onderstel 2.0!
Wanneer het onderstel 2.0 niet deskundig wordt
gebruikt, kan het omkantelen of beschadigd ra-
ken.
⇒ Montagehandleiding in acht nemen. Onder-
stel configureren volgens de voorschriften
van de fabrikant.
⇒ Onderstel 2.0 slechts met een helling tot 10°
gebruiken.
⇒ Let op een totaalgewicht van het onderstel
2.0 met volledige uitrusting < 25 kg.
⇒ Voorafgaand aan het transport van het on-
derstel 2.0: houder voor slangsysteem in de
ingeklapte stand zetten.
NL
|
11