8.5
Roerasaandrijving
De roeras wordt aangedreven als de lunspen
(Afb. 111/1) in de boring van de holle as van de
aandrijving zit.
De roeras draait niet als de lunspen (Afb. 112/1)
in de boring van de hulpas zit.
Deze instelling is van invloed op de
hoeveelheid uit te zaaien zaad.
Controleer de instelling door een
afdraaiproef.
D9 BAH0007.3 08.10
Afb. 111
Afb. 112
Instellingen
99